Onverwijld begaf ik mij naar den Heer G***, destijds Vice-consul te Napels, om van hem het verordenen eener behoorlijke begrafenis van de overledene te verkrijgen; en van dezen heer, als ook van anderen, vernam ik de voornaamste bijzonderheden uit den levensloop van deze vrouw. - Lady R***, de dochter uit een Hertogelijk geslacht in Engeland, had in haar zeventiende jaar met eene ongehuwde tante dat land verlaten en was naar Parijs gekomen. Dit was in het begin van het jaar 1789 gebeurd. Het duurde niet lang, of de tante begon belang te stellen in de destijds heerschende denkbeelden, en weldra werd haar huis de verzamelplaats van de eerste hoofden der omwenteling; condorcet, mirabeau, albi, sieyes, en vervolgens ook van de beide robespierres, saint just en anderen.
Het zal niemand bevreemden, dat het ligt heweegbare gemoed der nicht ook spoedig met hartstogtelijken ijver de overdrevenste leerstellingen van het republicanismus inzoog. De oudere robespierre gaf zich daarenboven veel moeite, om de herinnering aan eenen jongen Engelschman, met wien het meisje te Londen verloofd was, uit haar hart te rukken, en dit gelukte hem.
De tante stierf aan eene hersenontsteking, en kort daarna zag men bij het groote, door maximiliaan robespierre op het Champ de Mars verordende feest, de hoogadellijke Lady R*** als Godin der Rede figureren. Later verliet zij Parijs met eenen Italiaanschen Graaf, die haar te Napels huwde, maar haar weinige weken na den trouwdag weder verliet. Schaamte weêrhield haar, zich tot hare verwanten te Londen te wenden. Steeds dieper zonk zij in den poel der ontucht en werd eindelijk krankzinnig. Hoe haar einde was, heeft men hierboven gelezen; Lady R***, de dochter van eenen Engelschen Hertog, de Godin der Vrijheid, stierf op stroo in een' armoedig vlieringkamertje.
Op het oogenblik, toen men bezig was het lijk naar het graf te dragen, steeg een jonge eerst kort geleden uit Londen gekomen Lord in het genoemde logement af. Hetzij uit vrome denkwijs, hetzij uit donker voorgevoel, sloot hij zich bij den stoet aan, en begaf zich, nadat de begrafenis volbragt was, naar Napels, waar hij vernam, hoe hij, onwetend de gezellin zijner kindschheid, zijne hem door robespierre ontrukte verloofde, ten grave geleid had.