kwamen. Dit dal wordt aan twee kanten door lage bergen begrensd. De maan was thans opgegaan en goot een plegtig schemerlicht over deze oude gedenkteekenen der dooden, die eene uitgestrektheid van eene mijl ver vervulden. Toen wij den berghoek naderden, waar ons, naar ik vermoedde, de geweldige massa der puinhoopen in het oog moest springen, trilde mij de borst van verwachting. Wij kwamen er om heen, en ik spande mijne gezigtskracht in, maar zocht vergeefs de grootsche voorwerpen, die ik verwacht had; want de enkele zuilen der kolonnade, op eene onvoordeelige plaats in een gezonken, waren ter naauwernood te herkennen. Andere gewaarwordingen, welke de hoop op hetgeen ik zien zou voor een oogenblik verdoofd had, traden bij mij thans weder op den voorgrond. Zij herinnerden mij, dat ik twaalf uren lang te paard gezeten had en spijs en drank behoefde. Ik volgde mijnen gids dus, tusschen hooge steenklompen, pilaren en andere overblijfsels van gebouwen, naar den zonnetempel, en wij kwamen aan de poort, welke wij gesloten vonden. Ook werd zij niet eer geopend voordat hassan zich had bekend gemaakt. Vervolgens klommen wij een morsig straatje af; en bereikten de leemen hut, welke mij in Palmyra tot verblijf moest dienen. - Met zonsopgang was ik op de been, en, wenschende den ongunstigen indruk te verdrijven, dien het voorkomen der puinhoopen in den duister des avonds op mij had achtergelaten, verzocht ik hassan, mij weder derwaarts te geleiden. Andermaal echter vond ik mij in mijne verwachting te leur gesteld. Voor zoo ver ik ze mij herinneren kon, vond ik de teekeningen in het werk van wood en dawkins juist en der waarheid getrouw, en ik begon bij mij zelve te overleggen, hoe het toch komen kon, dat zij, schoon naauwkeurig in derzelver omtrekken, een zoo veel gunstiger denkbeeld van Palmyra's overblijfselen gaven dan de werkelijkheid. Ik heb reeds
gezegd, dat de grond, waarop de ruïnen staan, onvoordeelig voor de uitwerking is. Gebouwen vereischen, om goed in het oog te vallen, een' eenigzins verheven' stand, en misschien heeft menig reiziger bij zich zelven de opmerking gemaakt, dat van al de sporen der oudheid, die men in den omvang van wat sedert het Turksche rijk heeft uitgemaakt te zien krijgt, het Parthenon te Athene en de theseus-tempel op Kaap Sunium het achtbaarste voorkomen hebben, omdat beide op eene hoogte staan. Dit is met Palmyra het geval