beeld de Holborn-street in 1417 op bevel der regering, enz. enz.
De voorname steden van Frankrijk gaven een voorbeeld, dat weldra werd gevolgd door de steden van den tweeden rang. Te Dijon begon men in 1391.
Omtrent honderd jaren nadat de straten van Parijs, ten minste gedeeltelijk, waren geplaveid, verscheen er een bevelschrift van philip den Stoute (1285), in hetwelk aan ieder burger werd opgelegd, om de straat voor zijne woning op zijne eigene kosten te onderhouden en te reinigen; doch dit bevel werd zoo slecht opgevolgd, dat de slijk geheel de overhand kreeg.
Toen de stad toegenomen was in uitgestrektheid en bevolking, werd de zindelijkheid der straten hoogst noodzakelijk. De bewoners der voorsteden beklaagden er zich over, dat de verpligting, die men hun oplegde, om ze te reinigen, te lastig voor hen was. Er werd dus besloten in 1609, dat de straten op algemeene kosten en onder toezigt der politie zouden worden gereinigd: te dien einde legde men een impost op den wijn.
Al deze reglementen zouden nutteloos geweest zijn, ware het niet, dat men andere maatregelen genomen had. Men verbood, varkens op straat te laten loopen, bij gelegenheid van het ongeval, 't welk den jeugdigen Koning philippus overkwam. Die Vorst keerde terug van Reims, alwaar hij gekroond was; en juist toen hij Saint-Gervais voorbijreed, belemmerde een varken de pooten van zijn paard, wierp het omver, en de Koning stierf ten gevolge van diens val.
Het verbod, aangaande de varkens uitgevaardigd, mishaagde den monniken van de abdij Saint-Antoine, die beweerden, dat men deze dieren niet kon beletten vrijelijk langs de straten te zwerven, zonder den eerbied te kort te doen, dien men aan hunnen Beschermheilige verschuldigd was. Men was dus verpligt met de monniken eene overeenkomst aan te gaan, en er werd bepaald, dat de varkens van het klooster ongestraft zich zouden wentelen in den modder der straten, mits dat zij een klokje aan den hals droegen.
Men liet tot aan de dertiende eeuw aan de bewoners van Parijs de vrijheid, om vuiligheden uit de ramen te werpen; het was voldoende drie malen te roepen: Gare l'eau!