Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1847

Heldenwensch.

Na den veldslag bij Jena ontmoette beethoven zijnen vriend krumpholz, wien hij veel genegenheid toedroeg, en vroeg

[p. 143]

hem als gewoonlijk: ‘Wat is er nieuws?’ Krumpholz gaf hierop ten antwoord: ‘Het allernieuwste nieuws is de zoo even aangekomen tijding, dat napoleon wederom eene beslissende overwinning op de Pruisen behaald heeft.’ In geweldige verbittering hernam beethoven hierop: ‘Jammer, dat ik de krijgskunst niet zoo goed versta als de muzijk; ik zou hem toch wel overwinnen.’^(*)

(*) Dat ook uit de schoone kunsten, met name Dicht- en Toonkunst veelvermogende wapenen kunnen gesmeed worden, hoezeer somwijlen tot heillooze doeleinden gebezigd, hebben o.a. de Dichter en de Componist van den Marseillaanschen marsch bewezen.