een' stouten blik. Heb den moed, een geldelijk akkoord te vermijden, hoezeer gij ook om geld verlegen zijt; en verwerp geldelijken bijstand, zelfs van uwe beste vrienden. Heb den moed, uwe oogen te sluiten voor het uitzigt op groote voordeelen, en tevreden te zijn met kleine. Heb den moed, hem, wien ge uw geld niet verkiest te leenen, te zeggen, waarom; hij zal 't u minder kwalijk afnemen, dan wanneer ge hem zegt, dat ge niet kunt. Heb den moed, zelfs den aangenaamsten medgezel af te wijzen, wanneer ge overtuigd zijt, dat het hem aan goede grondbeginsels ontbreekt: een vriend behoort zijns vriends zwakheden te verdragen, nooit diens ondeugden. Heb den moed, uwe achting te toonen aan regtschapenheid, in wat vorm of kleed ook gehuld, en uwe verachting aan de ondeugd, hoe aanlokkend zij zich voordoe. Heb den moed, bij voorkomende gelegenheid, weg te schenken hetgeen ge bezwaarlijk kunt uitsparen: te geven wat gij niet behoeft of waardeert, verwerft noch verdient dank: wie toch is dankbaar voor een' dronk waters uit eens anders overloopende bron, hoe heerlijk het vocht moge wezen? Heb den moed, uwe oude kleederen te dragen tot dat ge nieuwe kunt betalen. Heb den moed, uwe onkunde, van welken aard ook, te belijden; iedereen zal er terstond aan twijfelen, en u meer wetenschap toekennen, dan eenige valsche aanmatiging u zou kunnen verzekeren. Heb den moed, aan degelijkheid de voorkeur te geven boven dusgenaamd fatsoen; het laatste is niets dan nabootsing van de eerste. Heb den moed, naar uwe vrouw te luisteren, wanneer ge dit behoort te doen, en niet te luisteren, wanneer het beter is dit niet te doen. Heb den moed, een sober maal voor te zetten aan eenen vriend, dien ge wenscht eere aan te doen; kunt ge geen' wijn betalen, bied hem bier aan. Heb den moed, u van eenen bezoeker te ontslaan, wanneer zijne tegenwoordigheid u ongelegen komt. Heb den moed, u onafhankelijk te toonen, wanneer ge dat kunt, en onafhankelijk te handelen, wanneer ge dat
moogt. Heb, eindelijk, den moed, uwen Schepper te gehoorzamen, op de kans af van door menschen bespot te worden.