Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1847
(1847)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe overstrooming te St. Petersburg in 1824.(Uit de herinneringen van een' ooggetuige.)
Reeds in den nacht van den 6den op den 7den November stormde het uit den zuidwestenGa naar voetnoot(*), en uitgestoken lantarens van den admiraliteitstoren, als ook de van de vesting geloste allarmschoten, waarschuwden reeds, dat het water in de Neva en in de met die rivier gemeenschap hebbende grachten begon te rijzen. Tegen den ochtend werd de storm gedurig heviger en strooide hij de pannen en ijzeren platen der daken in het rond. Tusschen 8 en 9 ure trad de stroom buiten zijne oevers; van onderscheidene kanten stortte het water in de straten, en wel met zulk eene snelheid, dat men op Wasili-Ostrof de rijzing op bijna een duim in de minuut berekende. Een man, die in een rijtuig gestegen was, zag zich weinige honderd schreden verder reeds gedwongen er boven op te klouteren, en een ander, die juist zijn huis bereikt had, zag digt achter zich eene droschke door het water omwerpen, en drie menschen, die er in waren, verdrinken. Weldra wierp de toenemende orkaan balken en stijlen overal heen; zware palen kwamen pijlsnel aandrijven; geladene vaartuigen niet alleen, maar ook stukken van bruggen, met menschen er op, vlogen, | |
[pagina 83]
| |
alsof zij zeil voerden, stroomopwaarts, en een houten gebouw van twee verdiepingen, waarin nog menschen waren, dreef het keizerlijk paleis voorbij. Dus woedden wind en stroom tot 2 ure na den middag. Geheel de stad, met uitzondering der hoogst gelegene plaatsen Literna en Jamskoi, stond onder water in eene uitgestrektheid van twaalf wersten, te rekenen van het uiterste punt van Wasili-Ostrof; in verschillende wijken, gelijk men begrijpt, tot verschillende diepten, doch overal verscheidene archinen hoog, en, volgens het bij de vesting aanwezige teeken, 37 duim hooger dan bij de overstrooming in 1777. Na 2 ure begon het water weder te vallen, en wel omstreeks 4 ure zoo snel als het gerezen was, zoodat nog des avonds de straten er van vrij geraakten. Maar nu, welk een tooneel! welk een toestand! - Al de kelders, pakhuizen, winkels en benedenhuizen stonden vol water. Zeker koopman moest tien menschen dag en nacht laten werken, om zijnen pakkelder van het water te ontlasten. Op Wasili-Ostrof en al wat verder in de nabijheid der rivier lag waren in de benedenverdiepingen alle vensters ingedrukt, alle kagchelovens en keukenhaarden vernield. Wat er aan huisraad en huisvoorraad bedorven was, kan men begrijpen, of liever niet begrijpen. Paarden en ander vee, voor zoo ver het niet op de bovenverdiepingen, ten deele zelfs in de pronkkamers, geborgen kon worden, kwamen bij ontelbare menigte om het leven, daaronder ook tournier's 65 paarden en zijn olifant. Al de bruggen waren geheel of ten deele weggerukt, ook de kostbare kettingbrug over de Fontanka. Voor de verbrijzelde Neva-brug bij den zomertuin lagen twee schepen, dwars over de kaai, op den oever. Stukken van andere schepen vond men zelfs op het dak van een huisje in de Admiraliteit geschoven. Van baird's stoombooten, die tot het onderhonden der gemeenschap met Kroonstad dienden, lag de eene aan deze zijde van de Moskoi, de andere in de Kolonne bij het huis van den Katholijken Aartsbisschop. Langs de groote kaai, vooral van het paleis naar den kant der Gagarische landingsplaats, waren de groote blokken granietsteen der balustrade, alsof het blokjes hout waren, uit elkander geschoven, en de steenen trappen om af te klimmen meestal vernield. Op de Engelsche kaai kon men den 12den November nog niet met rijtuig komen, wegens de balken, booten en brandewijn-va- | |
[pagina 84]
| |
ten, die er overal op straat lagen. Langs de Kleine Neva was de breede oeverstraat zelfs voor voetgangers gestopt door balken, schuiten en schepen, welke laatste zelfs de tweede en derde verdieping der huizen verdonkerden. Na den Peterhofschen weg, waar de fraaiste tuinen als 't ware in woeste werven vol met vaartuigen en houtwerk van allerlei aard veranderd waren, was het 't Wasili-Ostrof, dat het akeligste tooneel van verwoesting aanbood. Reeds in de 7de en 8ste linie (Wasili-Ostrof is een door de Neva omstroomd eiland, op hetwelk al de straten evenwijdig van den eenen naar den anderen arm der Neva loopen; zij zijn 24 in getal en worden liniën genoemd) lag de straat vol brand- en timmerhout, verbrijzelde schuttingen, huisraad en zelfs stukken van huizen. Eenige liniën verder zag men daar, waar vroeger huizen, tuinen en houtwerven waren, ledige ruimten; de 15de linie was eene wijde woestenij, met hier en daar, aan de Wiburgsche zijde, een puinhoop. De gebouwen, die er vroeger gestaan hadden, waren tot op het laatste spoor verdwenen. Op het veel hooger gelegene Smolenskische kerkhof (eene der voornaamste begrafenisplaatsen van Petersburg) lagen door het water opgezwollene lijken in het rond; graftombes waren onderstboven geworpen, doodkisten uit de graven gespoeld, en zware kruisen, daar weggerukt, vond men vier wersten (een uur gaans) hooger op in den zomertuin als in den grond geplant. Dus voorbereid, trad men nu in de ijzingwekkende woning van den dood, de haven, waar van alle openbare en bijzondere gebouwen, ja, helaas! misschien ook van derzelver bewoners, slechts een klein gedeelte overgebleven was; en dus was het wel de werking van een natuurlijk, onwederstaanbaar gevoel, dat ik, nog niet eens tot aan de uiterste grenzen der verwoesting gekomen, omringd van ingestorte huizen, waaruit mij de lijken te gemoet gedragen werden, met half geslotene oogen omkeerde en mij ijlings weg begaf. De naaste omstreken der stad hadden gedeeltelijk een nog treuriger lot gehad. De ijzergieterij, 5 wersten van Petersburg, was met allen, die er woonden, 200 in getal, te grond gegaan; even zoo was van een dorp, welks naam ik vergeten ben, al het vee verdronken, de houten huizen weggespoeld, tegen de grootere van steen gebouwde verbrijzeld, en vele menschen om het leven gekomen. Het kort vóór de overstrooming nog zoo bekoorlijke | |
[pagina 85]
| |
Katharinenhof (eene lustplaats der oude Keizerin) zag zijne lanen uitgespoeld, zijne gebouwen omgeworpen, honderden der schoonste boomen ontworteld, en zijne gronden met planken, balken en eene menigte van vaartuigen overdekt. De weg, die derwaarts leidde, en waarop vele duizenden vrachten brandhout, schepen van allerlei grootte en meubelen van alle soort bijeengespoeld waren, moest 25 wersten ver door werkvolk geopend en gebaand worden. De Keizer, die daags vóór het ongeluk in zijne residentie-stad gekomen was, lag in vurig gebed voor het altaar van zijn paleis geknield, wierp zich vervolgens met verscheidene soldaten in eene schuit, om in persoon de overal om redding roepende kinderen, oude lieden, menschen van alle standen en jaren te gaan afhalen. Te Kroonstad had de storm drie koopvaardijschepen doen vergaan; een oorlogschip van 80 stukken was verdwenen en werd eerst na ettelijke dagen wedergevonden; een kleiner, van 50 stukken, lag te Petersburg op het plein van den schouwburg. Al de oorlogschepen hadden zwaar geleden. Voorts waren stukken kanon van de affuiten geslagen, batterijen omgewoeld, en van de gebouwen stonden bijna nog alleen de grootste. Behalve hetgeen in winkels, pakhuizen en kelders aan koopmansgoederen van onderscheiden aard vernield en beschadigd geworden was, was al het buitenlandsche zout gesmolten, de haring-losplaats was leeg gespoeld en tien- tot twaalfduizend tonnen haring weggevoerd. Het verlies aan ongeraffineerde suiker alleen, die bij de beurs en het tolkantoor onder den blooten hemel opgeslagen lag, werd op anderhalf millioen zilver-roebels geschat. Het verlies aan menschenlevens beliep in de duizenden. De Keizer wees terstond, uit zijne bijzondere kas, een millioen aan, om in de eerste dringende behoeften der armere klasse te voorzien. Scheremetoff deed insgelijks een millioen, en eenige rijke Graven, meen ik, dezelfde som uitdeelen. Van onderscheidene kanten kwam verdere hulp. Het bedrag der liefdegiften uit Riga alleen was, behalve verscheidene met levensmiddelen beladene schepen, 30,000 roebels banco. Onmogelijk zou het zijn, alle trekken van moed, medelijden en edelaardige denkwijs, welke honderden van menschen bij deze treurige gelegenheid aan den dag legden, op te tellen. Elke straat, elk huis bijna was het tooneel der aandoenlijkste voorvallen van dien aard. Nadat het water afgeloopen was, vond men | |
[pagina 86]
| |
moeders, die dood op hare stoelen zaten, met de lijkjes harer zuigelingen aan de borst. Bij menigte werden de lijken, welke men in de straten op hoopen legde, met groote vrachtwagens naar de kerken gereden, aldaar door de Popen gezamentlijk ingezegend en dan naar de begraafplaats gebragt, waarna oogenblikkelijk hetzelfde met een' volgenden wagen vol lijken geschiedde. Op het komedieplein waren twee ontzettend groote en diepe, trechtervormige gaten uitgespoeld, waar het water zich met groot gedruisch instortte en verdween. In open zee heeft men de golven, zelfs bij den hevigsten storm, nooit zoo hoog zien gaan. Den 19den begon het water andermaal te wassen, en geheel Petersburg bereidde zich op eene nieuwe ramp, welke de Hemel echter genadiglijk verhoed heeft. |
|