het boekje inziet, zal men het boven gezegde bewaarheid vinden.
Men oordeele. Wat wij ter proeve geven is een greep, ongezocht uit de 136 stuks gedaan.
47. | Wordt door u, voor loon of eer, een ambt bekleed, Zorg altóós, dat ge uw verpligting niet vergeet. |
85. | Doe hem, die over 't kwaad van zijnen leeftijd klaagt, Herdenken, wat d' historie vroeger al gewaagt. |
87. | Vertel in 't bijzijn niet van kinders, wat ge al waagdet, Als knaap, en hoe gij dikwijls uwe meesters plaagdet. |
83. | De liefde kan bij gramschap niet verblijven; Dus wacht u, man en vrouw, te zaam te kijven. |
90. | Een wijf, dat sterken drank onwederstaanbaar mint, Is wel't afschuwelijkst dier, dat men op aarde vindt. |
133. | Stel niet uit, een zeldzaam ding te zien; Welligt kan 't later niet geschiên. |
En zulke rijmen noemt men Gedenkspreuken!! Onze Lezers zullen er wel genoeg van hebben.
Wij maken de woorden des Schrijvers in zijn kort Voorberigt tot de onze: deze Gedenkspreuken bevatten geene nieuwe denkbeelden en kunnen op dichterlijke schoonheid niet de minste aanspraak maken.