Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1847

Feestrede bij het vijftigjarig bestaan van het Nederlandsche Zendelinggenootschap, gehouden den 21 Julij 1847, in de Groote Kerk te Rotterdam, door P.H. Hugenholtz, Theol. Dr., Medebestuurder en Predikant te Rotterdam. Te Rotterdam, bij M. Wijt en Zonen. 1847. In gr. 8vo. 39 bl. f :-35.

Wij behoeven deze Feestrede niet aan te prijzen. Bij de opentlijke voordragt door een koor van mannen ondersteund, heeft zij, zoo wij meenen, eene algemeene goedkeuring verworven. Zij munt, onzes inziens, uit door hare edele eenvoudigheid, gepaard aan hoogen ernst. Ook wordt er van de werkzaamheden en lotgevallen des Genootschaps gelukkig gebruik gemaakt, tot verhooging der feestvreugde. Het blijkt, dat de Redenaar zijn onderwerp volkomen meester was en, vervuld met den heiligen geest, uit het harte spreken kon. Hij wijst aan, hoe het vijftigjarig bestaan des Nederlandschen Zendelinggenootschaps ons eene opwekking brengt tot ootmoedige verheerlijking van God, en tot nieuwen ijver in het werk des Heeren. Die opwekking vond

[p. 675]

weerklank in het hart der talrijk vergaderde menigte. Moge zij ook elders ingang vinden, nu zij, door den druk gemeen gemaakt, tot allen komt! De zaak des Genootschaps moet in ons Vaderland meer en meer de zaak der Gemeente worden. Breiden hare werkzaamheden zich uit, ook de bijval, dien zij geniet, moet van jaar tot jaar vermeerderen. Niemand, die den naam van christus noemt, mag langer onverschillig zijn omtrent de uitbreiding van zijn gezegend Koningrijk op aarde. Wat wij daarvoor opofferen, keert met dubbele rente tot ons terug. En de Heer ziet op den arbeid, daaraan besteed, met hooge goedkeuring neder.

Het worde den waardigen hugenholtz nog vele jaren gegund, als Medebestuurder des Genootschaps, te ijveren voor de heilige zaak, die hij, opentlijk opgetreden, met kracht en nadruk aan allen aanbeval!