Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1847
(1847)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
De Echo der beste buitenlandsche Schrijvers. No. 1, 2, 3, 4, 7 en 8. Ook onder de titels:
| |
[pagina 648]
| |
de voorstelling der naakte en daardoor afschuwwekkende waarheid aangaande de omstandigheden, die den geweldigen dood van Frankrijks Koningin in 1793 vergezeld hebben. Soms is het, als ziet en hoort men ugolino aan den schedel van ruggieriGa naar voetnoot(*) knagen. En levert nu zulk een verhaal bij de lezing belangwekkend en aangenaam onderhoud? Wij durven het niet ontkennen. Het woeden der zee in strijd met den stormwind, het gewoel van den veldslag op eenigen afstand gezien, kan een vreeselijk, maar tevens schoon schouwspel opleveren; zoo ook heeft het zijne eigenaardige aangenaamheid, de stormachtige en bloedige tooneelen uit de geschiedenis in een' tijd van veiligheid te aanschouwen. En welk nut kan nu zulk een roman stichten? Wij antwoorden, zij kan overtuigen van de waarheid, welke reeds macchiavelli verkondigt, die, hoe ook dikwijls miskend en verkeerd begrepen, in dezen een bevoegd oordeelaar is: Non sia alcuno, che muova un' alterazione in una città, per credere poi a fermarla a sua posta, o regolarla a suo modo.Ga naar voetnoot(†) Wat nu de Franschen betreft, wij wenschen, dat de lezing van dezen roman moge medewerken om af te schrikken van de navolging der ligtzinnigheid van eene natie, omtrent welke, vijftig jaren na de rampen en gruwelen van hare eerste omwenteling, het volgende oordeel van eenen Franschman zelven nog tegenwoordig niets anders dan treffende waarheid bevat: ‘Goddeloosheid bij de groote menigte, domme onverschilligheid bij een groot aantal, eenige geloovige zielen, maar zeldzaam en verspreid, het grove materialisme opentlijk, onbeschaamd beleden, de Godsdienst van jezus christus smadelijk verworpen, hare Goddelijke sacramenten veracht, verwaarloosd, de dagen toegewijd aan den Heer op eene vreeselijke wijze verontreinigd door de beestachtigste uitspattingen, het toomeloosste zedenbederf knagende aan alle standen der maatschappij en verslindende de jeugd en de kinderen, en, | |
[pagina 649]
| |
om dit verschrikkelijke tafereel te voltooijen, de zelfmoord tot eene gewoonte geworden. En indien wij van de burgerlijke maatschappij nederdalen tot in het huisgezin, welk een bedroevend schouwspel! Huwelijkstrouw, gij roem en grondslag van het geluk der huisgezinnen, ach wat is er van u geworden? En gij, heilig uitvloeisel der Goddelijke magt, ouderlijk gezag, hetwelk zelfs de meest barbaarsche horden (peuplades) altijd hebben geëerbiedigd, welk spoor blijft er van u overig? Ouders zonder geloof hebben kinderen opgevoed zonder vrees en kennis van God, kinderen, die hen weldra hebben veracht, en die in hun gezag niets anders hebben gezien dan een onverdragelijk juk, hetwelk zij zich gehaast hebben te verbreken. - Het is duidelijk, dat wij, met betrekking tot de zedelijkheid, de barbaarschheid te gemoet snellen.’Ga naar voetnoot(*) Na al dit aangemerkte zullen wij toch, zoo wij vertrouwen, niet behoeven te waarschuwen tegen het gevaar, om al te zeer bekoord te worden door den ligtzinnigen geest, die ook in dit Fransche voortbrengsel heerscht. Aarzelden wij, bij de aankondiging van andere romans, niet, om, indien zij dit verdienden, te getuigen, dat zij, ofschoon met het kennelijk doel geschreven om de Roomsche Kerk ook door middel der Romantiek te verdedigen en aan te prijzen, meesterstukken in hunne soort waren, zoo veel te minder schromen wij nu het tegendeel te getuigen aangaande dezen roman van brisset. Wel is met veel bekwaamheid van de afwisselende gebeurtenissen, van de gruwelen der oorlogen tusschen de Roomschgezinden en Hugenoten in Frankrijk partij getrokken tot vervaardiging van een schrikwekkend drama; maar de hatelijke voorstelling, de miskenning van het Protestantismus, de grofste onwaarschijnlijkheden maken het werk zelfs ongeschikt om het reeds aangeduide doel te bereiken. Tot staving van dit ons oordeel slechts eene enkele proeve. De heldin des verhaals op den titel genoemd eene voortreffelijke vrouw, welke door het snood gedrag van hen, die het geloof der Roomsche Kerk verdedigden, uit dezelve was gegaan, sterft in wanhoop, omdat het eenvoudig Evangelie haar geen' troost in het stervens- | |
[pagina 650]
| |
uur verschaft; terwijl integendeel de beruchte bijzit van françois II, diana de poitiers, door haren haat tegen het Protestantismus van alle smetten gereinigd, als eene Heilige ten hemel gaat! Zij, die, door vroegere Nommers van betere gehalte misleid, zich ook deze latere Nommers van de Echo aanschaffen, zullen zich, naar ons oordeel, bitter teleurgesteld zien. |
|