Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1847
(1847)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 603]
| |
Wanneer men op den titel van dit boek den geheel Engelsch klinkenden naam des Schrijvers leest, en tevens de verklaring, dat het boek uit het Hoogduitsch is vertaald, zou men ligtelijk tot het vermoeden komen, dat wij hier eene vertaling van eene vertaling vinden. Men zou zich echter in dit vermoeden bedriegen. De ondervindingen van sealsfield als Schrijver zijn vrij zonderling. Hij is eigenlijk een Amerikaan, en, schoon zijn naam dit niet aanduidt, van Duitschen oorsprong. Hij is een voorbeeld, hoe dikwijls letterkundige naam van toevallige omstandigheden afhangt, en hoe dwaas men dikwijls doet, wanneer men zonder eigen onderzoek afgaat op den roep, die van dezen of genen uitgaat, of onachtzaam de werken laat liggen van hem, wiens roem in het eerste oogenblik niet luide werd uitgetrompet. Sealsfield ving zijne loopbaan als Schrijver in Amerika aan; maar, welke omstandigheden daartoe ook aanleiding gaven, hij zag zijne eerste schriften, in het Engelsch opgesteld, met onverschilligheid ontvangen. Hij schijnt later Amerika verlaten en zich in Zwitserland te hebben gevestigd. Daar hervatte hij zijne letterkundige werkzaamheden, en schreef zijne Amerikaansche schetsen in het Hoogduitsch. En ziet, uit den vreemde dringen zijne stukken naar Amerika door! Men stond nu verbaasd over de juistheid, de getrouwheid, de fraaiheid zijner schilderingen, en haastte zich, om in het Engelsch te vertalen de schriften van hem, die oorspronkelijk in die taal had geschreven, maar toen verwaarloosd werd en nu met geestdrift wordt gelezen. Zonderlinge loop van zaken! Ontmoedigend voorbeeld voor hem, die naar letterkundigen roem streeft, en die ziet, hoe weinig daarop te rekenen valt, hoe ligt deze of gene vooroordeelen hem in vergetelheid begraven kunnen; terwijl niet altijd een gelukkig toeval hem daaruit weder te voorschijn roept. Wat hiervan zijn moge, de Amerikanen hebben sealsfield regt gedaan, toen zij zijne werken uit den vreemde ontvingen en gretig opnamen. Ook ons verwondert het, dat hij eerst nu onder de aandacht schijnt gevallen te zijn van onze uitgevers en vertalers; dat verwondert ons te meer, omdat zij er natuurlijk op uit moesten zijn, om het publiek op zoodanige werken van smaak te vergasten, die iets nieuws en piquants bezitten. Eene zekere hoeveelheid romans wordt nu eenmaal voor den leeshonger gevorderd; maar waarlijk de eentoonigheid van het genre moest, ook bij den onverzadelijksten leeslust, verveling en eindelijk walging wekken. Wat Rec. van sealsfield las, geeft iets anders; iets, dat afwijkt van den gewonen inhoud der meeste romans. In zeker opzigt | |
[pagina 604]
| |
heeft hij wel eenen voorganger in zijnen landgenoot cooper, maar de overeenkomst is toch niet zeer groot. Beide leveren Noord-Amerikaansche schetsen; maar de tooneelen, die zij ter schildering uitkiezen, verschillen nog al. Zoowel daar, waar sealsfield u onder de Indianen verplaatst, als waar hij het leven der Amerikanen schetst, is het hem minder te doen om effect te maken, dan om naar waarheid en getrouw beider zijn en leven af te schetsen. In dit opzigt komt ons het boek, dat wij thans aankondigen, vooral uitstekend gelukt voor. Onderhoudend geschreven, wekt het door het vreemde en ongewone der tooneelen in dubbele mate de aandacht. Het eerste deel verplaatst ons in het midden van een' kleinen Indiaanschen volksstam, die voor de meer en meer indringende volkplantelingen de wijk heeft genomen en zich tot over de grenzen van Mexico heeft teruggetrokken. De teekening dezer natuurmenschen is zeer fraai en geeft ons een juist denkbeeld van hunne levenswijze en hunne betrekking tot elkander en de Amerikanen. Met deze laatsten maken wij in het tweede deel nader kennis, en het kontrast tusschen deze beide volksstammen geeft aan het geheel iets zeer eigenaardigs. Het is dat kontrast, wat de Schrijver zeker vooral bedoelde te teekenen, hetgeen ook de titel van het oorspronkelijke aanduidt, die wijst op de legitime bewoners en de republikeinen. De Hollandsche titel drukt meer den inhoud van den roman, de Duitsche dien van het boek uit. Over dien titel willen wij intusschen niet strijden, en zullen hem goed vinden, zoo hij tot lezen uitlokt. Wij gelooven, dat men niet zonder belangstelling den Schrijver hier vergezellen zal, hetzij onder de Indianen, hetzij onder de Amerikanen, en dat dit boek, evenzeer als het onlangs verschenen In de Kajuit, van denzelfden auteur, den lezers eene aangename afwisseling zal geven van den gewonen historischen roman, van welken het wel eenige bestanddeelen ontleent, maar toch ook aanmerkelijk verschilt. De teekenaar van het vignet is, naar het ons voorkomt, in zijne tinten van het Indiaansche gelaat niet gelukkig geweest. De vertaling laat zich doorgaans met genoegen lezen. |
|