Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1847
(1847)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 602]
| |
van den held des verhaals, geeft duidelijker datgeen te kennen, wat het werk bevat, de geschiedenis namelijk van den bekenden Keizerlijken Veldheer uit den dertigjarigen oorlog. Wel heeft het verhaal veel van eenen roman, maar de opsiering, om ze geene verdichting te noemen, is zoo moeijelijk van het wezentlijk gebeurde te onderscheiden, dat deze tafereelen even zooveel regt hebben op den naam van ware geschiedenis, als de gewrochten van velen, die op den naam van geschiedschrijvers aanspraak maken, maar zich door hunne eigene inzigten of door hunne verbeelding laten beheerschen. De aan de geschiedenis ontleende tafereelen, die elkander hier onafgebroken opvolgen, geven aan het werk van willkom meer van een geschiedverhaal, en zijn zoo afwisselend en boeijend, dat zij het onderhoudende van den roman met het naauwkeurige der geschiedkundige voorstelling doen gepaard gaan. Dat de schrijver Keizer ferdinand II en wallenstein zelven somtijds te gunstig beoordeelt, is niet in strijd met deze onze bewering. Ook als geschiedschrijver zou hij hetzelfde gedaan hebben; het schijnt bij hem het gevolg van zijne overtuiging te zijn, en wij maken daarop alleen opmerkzaam, om den lezer onder het oog te doen houden, dat, ofschoon de Schrijver voorbedachtelijk niets strijdigs met de geschiedkundige waarheid moge verhaald hebben, hij, van de vrijheid gebruikmakende, die de schilder van tafereelen heeft, om zijne verbeelding te laten werken, een ruim veld had, om zijne eigene meeningen te laten gelden. Niemand verlate zich dus op het werk als eene onfeilbare bron; maar het verdient aanbeveling, als eene levendige voorstelling der ware gebeurtenissen, wèlgeschikt om ons deze te doen beschouwen even alsof wij ze voor oogen hadden, en op het tooneel, waar zij plaats hadden, tegenwoordig waren. Naar het ons voorkomt, heeft de Vertaler zich op eene loffelijke wijze van zijne taak gekweten, en, in eenen goeden stijl en zuivere taal, ons lezend publiek eene aangename en belangrijke lectuur aangeboden. |
|