Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1847
(1847)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 579]
| |
sche scholen werd in 1835 uitgegeven. Vier jaren daarna, toen intusschen de waardige Schrijver reeds was overleden, was eene tweede uitgave, en ten vorige jare eene derde noodig. Het toezigt over de laatste was opgedragen aan Dr. g. wilhelmij, die na het veranderen en bijwerken van de twee eerste afdeelingen stierf, en wiens taak voor de derde en vierde afdeelingen, waarin vooral eene menigte van getallen (der bevolkingen) herziening vorderde, is opgevat door den Heer g.r. voormeulen van boekeren, Litt. Hum. Cand. Aan beiden komt de lof toe, dit met naauwkeurigheid gedaan te hebben. Dat op de laatste ontdekkingen acht is gegeven, blijkt onder anderen daaruit, dat in het sterrekundige overzigt, waarmede naar de gewoonte der meeste aardrijkskundige leerboeken wordt begonnen, de nog niet lang geleden gedane ontdekking van den afstand van twee vaste sterren tot de Aarde vermeld wordt. De kometen van faije en de vico daarentegen waren hem nog niet bekend. Het lijstje der mijlen op bladz. 10 is zeer onvolledig. Eene naauwkeurige opgave daarvan moest aan geen handboek tot aardrijkskundig onderwijs ontbreken. Een klein verzuim is bladz. 100 onopgemerkt gebleven, alwaar onder de landen, die koper voortbrengen, Japan niet is genoemd. In de volgende zinsnede is eene blijkbare misstelling: ‘Van de geheele oppervlakte der aarde, welke 9,282,000 v.m. bedraagt, maakt die van het vaste land of der vijf werelddeelen [met inbegrip der eilanden had er bij moeten staan] gezamentlijk slechts een vierde gedeelte uit, dus naauwelijks 2,380,000 v.m. of, meer bepaald, ruim 2,382,000 vierkante mijlen.’ Bladz. 129. Het laatste getal moet zijn 2,360,000. De correctie, waarop in zulk een boek veel aankomt, is zuiver. Bladz. 121, reg. 23, staat 52o N.B. moet zijn Z.B. Deze kleine opmerkingen benemen niets aan den lof, waarop deze herdruk aanspraak heeft. Om de gelijksoortigheid van onderwerp kondigen wij te gelijk aan: | |
[pagina 580]
| |
Handboekje ten behoeve der groote Schoolkaart van Europa; vervaardigd door P. Best, Onderwijzer te Amsterdam. Te Amsterdam, bij G.J.A. Beijerinck. 1846. In 12mo. 40 bl. (Met de Kaart) gekl. f 3-25. Op katoen met stokken f 8-50.De groote uit twaalf bladen bestaande Kaart, op de steendrukkerij van mieling te 's Gravenhage vervaardigd, is tot haar doel zeer geschikt. Grensscheidingen, rivieren, bergen en groote steden zijn op eenen afstand duidelijk genoeg te onderkennen, behalve in en om Zwitserland en Griekenland, waar de grenzen zoo sterk zijn gekleurd, de bergen zoo zwaar geschaduwd of de eilanden zoo breed gestreept, dat de duidelijkheid er door belemmerd en het oog vermoeid wordt. Waarom moeten ook altijd de gebergten op landkaarten zoo uitvoerig worden geteekend? Gestippelde lijnen konden dezelfde aanwijzing geven. De kaart bevat hier en daar jaartallen ter aanduiding van merkwaardige gebeurtenissen. De zeeën, golven, straten, rivieren, eilanden zijn aangewezen met nommers, in het Handboekje vermeld. Voor schoolgebruik moest eigenlijk noch eenige naam, noch eenige aanwijzing op de kaart zelve gevonden worden, maar de verklaring aan het mondelinge onderrigt geheel overgelaten zijn, hetgeen ook bij het ondervragen der leerlingen zeer veel nut heeft. Het Handboekje is doelmatig, maar de geschiedkundige herinneringen nopens de meeste rijken van Europa voor zulk een boekje breedvoerig genoeg. Campo Tornio voor Formio, bl. 17, en Speijer voor Spiers, bl. 31, zijn kleine misstellingen. |
|