kent zoowel den weg af, dien de wijsbegeerte, als het pad, dat de Godgeleerdheid te bewandelen heeft, om tot dat punt van broederlijke overeenstemming en zamenwerking te geraken. Futurum speramus, dus lezen wij bl. 27, ut dum Theologus Philosophiae jura, ipsis imbutus christi principiis, agnoscit, libertatemque cogitandi et inquirandi vere philosopham adversus hominum in edoctorum clamores vindicat, Philosophus
vicissim ad hoc esse destinatam intelligat religionem Christianam, ut sit in genere humano principium, divinitus omnia regenerans, fermenti instar per nullas non res humanas pertinens (l. perpetrans), spiritûs denique effectrix, sine quo nulla rerum divinarum scientia, nec ulla Philosophia vera existere unquam poterit.
Wij vreezen, dat het standpunt, door den Hoogl. scholten gekozen, maar al te zeer onderhevig is aan de gewigtige bedenkingen, daartegen ingebragt door Dr. doedes in zijn jongste geschrift: het regt des Christendoms tegenover de wijsbegeerte gehandhaafd enz. bl. 85-94. Ook meenen wij, dat evenmin de Godgeleerdheid, zoo als zij hier wordt voorgesteld, aan al onze Theologen behagen zal, als de wijsbegeerte, zoo als zij volgens scholten worden moet, aan onze hedendaagsche Philosophen. De tijd der verzoening langs den' aangewezen' weg is, onzes inziens, nog verre verwijderd, en die verzoening zelve zal vooreerst nog wel onder de pia vota behooren. Dit neemt echter niet weg, dat wij deze Oratio met belangstelling gelezen hebben en niet aarzelen te verklaren, dat zij getuigenis aflegt van de bekwaamheid des Hoogleeraars. Ook de latiniteit is uitnemend goed. Jammer is het, dat wij hier, hoogstonvoorzigtig, vinden gewag gemaakt van het monstrum transsubstantiationis. Evenmin mogen wij onze bevreemding ontveinzen, dat hier het vraagstuk over de wonderen, dat groote struikelblok onzer wijsgeeren, niet meer regtstreeks is behandeld en zelfs ter naauwernood aangeroerd. En allerminst heeft dat gedeelte, waar de mysteriis gesproken wordt, ons voldaan. Met het bloot uitlegkundig onderzoek naar de beteekenis van μυστήρια in het N.T. is de quaestie