soort van pragmatisch-zedelijke levensbeschrijving geeft nu aan het laatste gedeelte een zeer stijf en gewrongen voorkomen. De Schrijver zelf, of de Nederduitsche bewerker, indien de overbrenging zeer vrij is, heeft dit gevoeld; de titel spreekt van het bereiken zijner bestemming door den jongeling: van deze bestemming behoorde dus iets gezegd te worden, en nu ontstond iets, dat over de verschillende levenstijdperken heenstrijkt, als het stokje over de groepen in de prent, van het eerste tot het laatste. Ons hadde toegeschenen, dat, vooral bij eene vrije bewerking, beter ware geweest, op den voorgrond te stellen: Wat is des jongelings bestemming? waarbij in breede, fiksche trekken werd aangewezen, welke beginselen den mensch moeten bezielen, hoe zijn karakter moet gevormd zijn, enz., wanneer hij als lid van de maatschappij in onderscheidene betrekkingen, als echtgenoot, vader enz., optreedt. Die schilderij zou bij den jongeling den indruk des verlangens achterlaten om zóó te worden, en dit reeds den weg gebaand hebben, om ingang te geven aan de aanwijzing, hoe hij daartoe geraken kan, waarbij dan ook de onderscheidene pligten en verkeerdheden, over welke hij wordt onderhouden; minder, gelijk nu, op zich zelven zouden staan, maar in meer dadelijk verband gebragt worden tot de omschrevene bestemming. Wij behoeven nu niet in de bijzonderheden aan te wijzen, hoe wij het een en ander bedoelen; de waardige meppen zal ons de gemaakte opmerking misschien toestemmen, althans zeker ten goede houden, en voor hetgeen wij wenschten ware hij ook genoeg berekend.
Hetgeen wij nog wilden zeggen is, dat, ofschoon de zedekundë, hier voorgedragen, geene bloot wijsgeerige zij, maar de Godsdienst wel degelijk als de krachtigste aansporing ten goede en afmaning van het kwade wordt voorgedragen, - en zou men het ook uit de pen van eenen Godsdienstleeraar anders verwachten? - evenwel het Christelijke element niet genoeg uitkomt. Dat vordert de waarheid, want hoe meer men jezus christus leert kennen, des te hooger wordt men met Hem en zijn Evangelie ingenomen, als het beginsel van alle waarachtige deugd en beantwoording aan menschenbestemming, waarvan wij het ideaal zien in Hem, die het ideaal der menschheid is. En dat vorderen ook de behoeften van onzen tijd, op welke het voorberigt opmerkzaam maakt. Evenwel wordt van den