schouwd worden om zoo maar onbepaald voor goede munt te worden aangenomen. Om de als voorrede geplaatste recensie ook eens te recenseren, die recensie is eigenlijk slechts eene aanprijzing, die al te oppervlakkig is om op den naam van beoordeeling aanspraak te kunnen maken. Wat nu den inhoud van dezen bundel betreft: de in het eerste verhaal voorkomende Hernhutter is eigenlijk meer een Hernhutter, zoo als zschokke meent dat een Hernhutter behoort te zijn, dan zoo als zij in de wereld werkelijk voorkomen. Het karakter van den gek der negentiende eeuw, in het tweede verhaal, is te overdreven, om waarschijnlijk te zijn. In de Kleine oorzaken, den Vorstenblik, en Het is ligt mogelijk (als wij het wel hebben een oude bekende, reeds vroeger vertaald) vonden wij meer de wereld gelijk zij is. Voor het overige zijn wij het met den Schrijver eens: Vele dwaasheden - maar ook soms wel iets ergers, worden hier door zschokke geestig ten toon gesteld; en gelijk alles, wat deze beroemde man levert, zullen ook deze verhalen, bij de goede en zedelijke strekking, die zij hebben, tevens bij de lezing wereldwijsheid en menschenkennis verschaffen, en tot een aangenaam onderhoud verstrekken.