Helena Percy, of het nut der rampen tot de vorming van het menschelijk hart. Een zedelijke Roman van Marybrunton. Uit het Engelsch. II Deelen. Te Alkmaar bij H.J. van Vloten. 1846. In gr. 8vo. 702 bl. f 6-50.
Den Roman, die onder bovenstaanden titel aan onze landgenooten vertaald wordt aangeboden, weten wij niet beter aan te bevelen, dan door het getuigenis, hetwelk wij denzelven gaarne geven, dat namelijk de geschiedenis der heldin van het verhaal op eene belangwekkende wijze het nut voorstelt der rampen, om den mensch van vele gebreken der ziel te genezen en het hart te veredelen. Wij bejammeren het, dat dit goede werk bij de vertaling aan eene ongeschikte hand is toevertrouwd. Zonder opzettelijk naar fouten te zoeken, stootten wij op gegibber en gibberende voor spotternij en spottende, gentlemen voor fatsoenlijke of edellieden, een root voor een kransje, gezelschap, hetwelk, ieder op zijne beurt bij zich ontvangt, Frederick voor Frederik, nijging in plaats van neiging, zij in plaats van hij. Ware het werk een keukenboek of een dergelijk opstel, dan zou de grootste schade, welke door zulk eene gebrekkige vertaling kon veroorzaakt worden, die zijn, dat de soep te zout of te laf zou wezen; maar schadelijker voor het lezend publiek, die bij den invloed, op deszelfs manier van schrijven en spreken wordt uitgeoefend door het lezen van zulk een boek, is het, wanneer een werk van smaak in onze taal wordt overgebragt door eenen vertaler, die blijken geeft, dat hij noch het oorspronkelijke genoegzaam verstaat, noch de bekwaamheid bezit, om zijne moedertaal, in welke hij vertaalt, zuiver te schrijven. Is onachtzaamheid de oorzaak van deze fouten, begaan door eenen anders niet onbekwamen vertaler, dan verraadt deze een gebrek aan achting voor den lezer, even zeer af te keuren als onkunde. Bij gebrek aan eene betere uitgave, kunnen wij niet anders dan het op zichzelf goede werk, zoo als het daar
ligt, aanbevelen, maar hopen tevens, dat het aangemerkte onbevoegde vertalers zal af-