en in de Dagbladen over de nederzetting der Engelschen op Borneo verhandeld en geschreven is, kon het niet twijfelachtig wezen, of er zou, bij het bekendworden van bovengenoemd werk, wel spoedig eene Nederduitsche vertaling daarvan in het licht worden gezonden. Zij volgde dan ook weldra, en bevat, onder bovenstaanden titel, een uittreksel uit het dagboek van den Heer brooke, uitgegeven door den Engelschen Scheepskapitein keppel; waarbij gevoegd zijn de togten tegen de zeeroovers van Borneo, door gemelden kapitein en eenige anderen gedaan; verder eenige bijvoegsels, en als aanhangsel het tractaat 17 Maart 1824 tusschen Nederland en Groot-Brittanje gesloten, beschouwd in betrekking tot de bemoeijingen der Engelschen met Borneo.
Ref. vermeent in dit werk zoo geheel de bedoelingen der Engelschen te zien: men begint met iemand uit te zenden, om, onder den schoonklinkenden schijn, van beschaving en verlichting te bevorderen bij die volken, die er zoo lang van verstoken waren, voet aan wal te krijgen; inmiddels poogt men een weinig ruilhandel te drijven; men wordt het oneens; men dreigt met zijn gouvernement, en het slot is, dat men bekomt wat men eigenlijk van den beginne af aan beoogd heeft, namelijk vermeerdering van grondgebied. De Nederduitsche Uitgever zegt in zijn voorberigt, bl. XI: ‘Dit alles belet niet, dat ons veel wordt gegeven, wat hoogstbelangrijk is, omtrent de zeden en gebruiken van de oorspronkelijke bevolking, van hunne Maleische beheerschers, van de andere natiën, die zich op Borneo hebben gevestigd, en van de betrekkingen dier volkenstammen of natiën onderling. Voor den oppervlakkigen lezer is het een onderhoudend en aangenaam boek; voor hem, die Borneo uit het oogpunt van Land- en Volkenkunde wenscht te leeren kennen, zal de lezing tot eene gewigtige uitbreiding zijner kennis van dat eiland strekken; maar voor den Nederlander, die Borneo het zij dan geheel, het zij gedeeltelijk, beschouwt als een gedeelte vormende van de Nederlandsche Oostindische Bezittingen, en als kunnende bijdragen tot verlevendiging van de scheepvaart, den handel en de nijverheid onzes vaderlands, voor dien zullen de Togten naar Borneo van brooke en keppel een merkwaardig boek zijn, dat de lezing en herlezing verdient, dat bespiegelingen en overwegingen zal uitlokken, welke niet altijd van den aangenaamsten aard,