waarvan Ref. slechts in het voorbijgaan kon gewag maken.
Hierop volgen ziekten van het bloed (98-144): 1. Anaemia, het meest, doch niet bij uitsluiting, op het vrouwelijke geslacht waargenomen. 2. Cyanosis, waargenomen bij eenen knaap van 4 jaren, die nog leeft, en afhankelijk van eene aangeborene hartziekte. 3. Purpura. 4. Morbus Brightii, waarvan drie belangrijke gevallen medegedeeld worden, in het laatste tevens eene analyse van bloed en urine.' 5. Diabetes mellitus, slechts eenmaal bij eenen 36jarigen raffinadeur waargenomen; na een lijden van 15 maanden bezweek de lijder; de nieren werden door Dr. remak onderzocht en geanalyseerd; suiker evenwel was op geenerlei wijze uit de zelfstandigheid der nieren daar te stellen. 6. Rachitis.
Onder de benaming van bloedvergiftiging volgen Febr. typhosa en acute exanthemata, Febr. Scarlatina, mazelen en varioloïden, en ten slotte Rheumatismus en Arthritis, als wordende veroorzaakt door veranderingen van het bloed.
Onder de ziekten van het kanaal der spijsvertering en deszelfs aanhangsels vindt men afgehandeld: 1. Ontstekingachtige aandoeningen van het slijmvlies van den mond, stomatis aphtosa, soor (muguet der Franschen), stomacace gangr. en noma. Hier het nut aangetoond van het cuprum sulphuricum. 2. Ziekten van den Oesophagus, bestaande in scirrheuse ontaarding, tweemalen waargenomen. 3. Van den maag. In die gevallen, waarin men regt had, een ontstekingachtig of zelfs ulcereus proces op het slijmvlies van dit orgaan aan te nemen, werd veel meer gehecht aan de leefwijze dan aan pharmaceutische behandeling. Van de melkkuur wordt een voorbeeld van radicale genezing aangehaald. 4. Haematemesis, ook onafhankelijk van eene organische ziekte van de maag waargenomen. 5. Ontstekingachtige aandoeningen van het slijmvlies van de maag en darm, vooral bij kinderen waargenomen. 6. Peritonitis en aanmerkingen over lever- en miltziekten (144-172).
Ziekten van de geslachtsdeelen en urin-werktuigen (172