punt ten doel heeft gesteld. Het is de voorstelling van den rampzaligen invloed, dien de bewustheid van het gemis aan uiterlijke bevalligheid en het daardoor veroorzaakte wantrouwen op zich zelve en op de mogelijkheid om zich bemind te maken, op het vrouwelijke gemoed en karakter hebben kunnen. Het geheele verhaal is de uitwerking van dit thema, dat eene treurige en zeker voor het vrouwelijk gemoed minder vereerende waarheid behelst, maar ook daarom niet zonder toepassing is op het werkelijke leven.
Het kan niet anders, of de heldin moet daardoor weinig beminnelijk worden; maar de Boezemvriendin, die den titel aan het boek geeft, is haar juist ter zijde geplaatst, om het gevoel van onwil over hare verkeerdheid door medelijden te temperen, en haar althans eenigzins te verschoonen, als de speelbal van de boosaardigheid van anderen. De poëtische waarheid vorderde zulk eene verzachting, indien niet alle belangstelling zou verloren gaan. Tegenover de ongelukkige staat het liefelijke beeld harer beminnelijke zuster, wier daarstelling en lot noodig waren, om den hoofdpersoon naar eisch te doen uitkomen. Gelukkig gebruik is ook gemaakt van den overmeesterenden invloed, dien priesterlist en de bedriegelijke droomen van zielerust, in de uitwendigheden der Roomsche Godsdienst te vinden, op een gejaagd en zwaarmoedig gestemd gevoel hebben kunnen.
Uit het gezegde blijkt genoegzaam, dat ons oordeel over dezen roman gunstig is. Wij hebben hem met belangstelling gelezen, en op nieuw eene proeve gezien, hoe vele er onder de Engelsche vrouwen worden gevonden, die met bekwaamheid en talent de pen weten te voeren. Trouwens, het vrouwelijke hart is immers het boek, dat vooral voor de vrouw openstaat; en zoo dikwijls zij zich, toegerust met de noodige vereischten, nederzet, om ons eenen blik in de schuilhoeken van dat hart te doen werpen en die voor ons bloot te leggen, mogen wij verwachten, dat het hare voorstelling noch aan waarheid noch aan belangrijkheid zal ontbreken.
Wij bevelen dus ook dit verhaal met volle ruimte aan onze lezers aan, althans aan dezulken, die den smaak voor degelijke romanlectuur niet verloren hebben, en niet terstond over langwijligheid klagen, als geen avonturen op avonturen worden gestapeld, maar het menschelijke hart en zijne aandoeningen getrouwelijk worden ontleed.