gever heeft door een aantal niet onaardige platen zijn boek nog uitlokkender zoeken te maken.
Het tweede werk van denzelfden Schrijver, O'Donohu, is van eenigzins anderen aard. Het maakt meer een bepaald en gesloten geheel uit; het hangt geregeld te zamen en loopt op één punt uit. In dat opzigt zouden wij het hooger stellen, dan de Iersche Dragonder, omdat het als kunstwerk meer eenheid bezit en alzoo eene geregelde bewerking heeft gevorderd. Het is al weder eene natuurlijke schildering van Iersche toestanden, vooral van dien van een vervallen Iersch geslacht, met al het eigenaardige, wat het Iersche karakter daaraan geeft. Het kenmerkende van des Schrijvers manier verloochent zich ook hier niet, noch ten goede noch ten kwade; het laatste omdat het veel meer schets is gebleven dan uitgewerkt, en personen ten tooneele worden gebragt, die eene groote rol schijnen te zullen spelen, en die eensklaps weder als geheel verdwijnen; het eerste openbaart zich in natuurlijke schildering, in levendigheid en onderhoudendheid. Het boek zal ongetwijfeld zijne lezers vinden.
De Uitgever heeft voor eenen netten druk gezorgd; maar de Vertaler en Corrector - wij zijn niet gewoon op enkele drukfouten te zien, maar eene slordigheid, als hier is, en in vertaling en in correctie, is verregaande. Zij is dikwijls hinderlijk in het lezen, omdat de drukfouten den zin onverstaanbaar maken, of de vertaling zelve eenen weinig duidelijken zin oplevert; dat laatste is vooral het geval daar, waar de Schrijver redeneert; een enkel staaltje (I. bl. 314): ‘De regtvaardigheid moet inderdaad wel eene groote deugd zijn, wanneer slechts hare schaduw de natuur van den mensch kan veredelen (!) Dan zoodanig waren hier de beweegredenen niet Kitty's bewondering voor de ongeveinsde opregtheid van sybella's inborst was evenmin zoo schuldeloos, als die van het Iersche meisje voor die van sybella.’ Behalve dat het weglaten van een punt na niet de zinnen verwart, hoe onverstaanbaar en slecht vertaald is het geheel! En zoo vindt men maar al te veel in dit boek. De Uitgever (getuige andere bij hem uitgekomene vertalingen) heeft wel bekwamere menschen tot dien arbeid. Hij make dan van deze liever gebruik!