Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1846
(1846)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijAan een' jeugdigen vriend, ter gelegenheid van het examen der staatscommissie.Ga naar voetnoot(*)Toen gij, mijn jonge vriend, mij buiten kwaamt bezoeken,
Vervolgde u 't spooksel, dat beangstigde Eerzucht heet.
(Dat spooksel zweept de jeugd, en poogt haar te verkloeken,
Maar openbaart haar aan zichzelve, en wat zij weet.)
| |
[pagina 548]
| |
De Vriendschap, hoe opregt, spilde u vergeefs haar gaven;
Natuur, hoe schoon, bood vruchtloos u haar' rijkdom aan:
Hoe kondt ge u aan de bron van beider gunsten laven?
Uw regters zaagt ge alom, gereed ten vonnis, staan!...
In 't eind, de stond is daar! Nu moet, nu zal het blijken,
Of 't pad, dat gij u koost, u leidt naar hooger doel;
Of distel, dan laurier, om uwe kruin zal prijken:
Hoe pijnlijk spant de kans het ouderlijk gevoel!
Hoe deelen allen in die spanning der verwachting!
‘Te zijn of niet te zijn,’ is thans voor u het woord.
Van waar de troost ontleend, of zelfs de leedverzachting,
Wierd andermaal de stem, die buitensloot, gehoord?...
Triomf! gij keerdet uit den kampstrijd als verwinnaar!
Wat blijdschap ziet ge uzelv', uw maagschap thans bereid!
Zoo keert tot zijne bruid de eens afgewezen minnaar,
En sluit het schoonst verbond voor tijd en eeuwigheid!
Geluk, mijn jonge vriend, met uw behaalde zege!
Vind' Themis, uw meestresse, in u haar' toeverlaat!
Zorg, dat haar weegschaal in uw hand steeds eerlijk wege!
Ruk nooit den blinddoek haar van 't edel, fier gelaat!
Maar bovenal verzell' de kloekste vlijt uw schreden,
Daar nog een steile berg u van het einddoel scheidt!
Denk, dat ge 't voorportaal nog slechts zijt ingetreden,
Dat tot het heiligdom van Pallas' tempel leidt!
|
|