Karel de Tweede. Een Tafereel uit het laatste regeringstijdperk der Stuarts. Naar Engelsche bronnen bewerkt door Dr. Ferdinand von Sommer. II Deelen. Te Haarlem, bij de Erven F. Bohn. In gr. 8vo. f 5-80.
Eene voorstelling van de zeden van het hofleven, ten tijde dat karel II spoedde naar het einde van zijn leven, met gloed en met kracht bewerkt, wordt in dezen roman het beschaafd publiek aangeboden. Men ziet zich meer bepaaldelijk verplaatst in dat voor eene regering altijd moeijelijke tijdsgewricht, waarin magtige staatkundige en godsdienstige partijen tegen elkander overstaan, alle middelen te baat nemen om zich van het gezag meester te maken, terwijl de Vorst zelf zich, pligtvergetend, in weelde en wellust baadt en niet omziet naar de belangen zijns volks. Thomas gorgon, een bekwaam physicus, wordt hier als een der meest vermogende en invloed uitoefenende mannen voorgesteld, die de partij der hervorming in staats- en godsdienst-aangelegenheden is toegedaan; die al zijne wetenschappelijke bekwaamheden dienstbaar maakt aan zijne loffelijke vorderingen, om zijn land te helpen vrijwaren voor de schromelijke gevolgen, welke de dweeperij van eenen Hertog van york, vermoedelijken opvolger van den verwijfden karel II, dreigde over het vaderland te brengen. Aan het hoofd van een geheime leuzen hebbend en geslotene vergaderingen houdend genootschap ziet men hem handelen met de voornaamsten des lands; beurtelings gebruik makende van de hofintrigues, waaraan de wisselzieke gunst des Vorsten steeds bevorderlijk was, om de bestuurders der algemeene zaken in zijne inzigten te doen deelen, zonder zelfs den schijn zich aan te matigen van in iets de hand te hebben. Het karakter van thomas gorgon is dan ook tot het einde toe zeer goed volgehouden. Datzelfde mag ook gezegd worden van de teekening van karel II en van den Hertog van york; en de den roman zoo veel afwisseling bijzettende liefdesintrignes, zoo van karel zelven als van enkele