maar opmerkingen van ware levenswijsheid, verwarmd door den adem des Christendoms. Dat geschiedt in den vorm der geschiedenis, en in het gewaad der verdichting; de Bijbelsche en Christelijke oudheid leveren er de stoffen toe, ook de vaderlandsche geschiedenis en de zoogenoemd algemeene. Wilden wij eenige onderwerpen opnoemen, wij zouden onbillijk zijn omtrent hetgeen wij voorbijgingen, en er is niets, hetwelk geen voedsel bevat voor geest, hart en smaak eener beschaafde vrouw. Zoo gelukkig wij het denkbeeld achten van een godsdienstig Tijdschrift voor dezulken, zoo hoog zijn wij ingenomen met den warmen toon en zuiver Christelijken geest, die over het geheel, als een bekoorlijk waas, verspreid ligt. Dat zulke geschriften worden uitgegeven en gezocht, bewijst meer dan alle redekavelingen, dat, hoeveel ledige hoofden en harten door den eindeloozen stortvloed van nietsbeduidende romans ook worden veroorzaakt, eene betere, degelijker lektuur nog bij onze Nederlandsche vrouwen weêrklank vindt. De gunstige opname van dit Tijdschrift achten wij alzoo te behooren onder de gelukkige teekenen des tijds, en hartelijk wenschen wij, dat de kracht van het Evangelie zich ook door dit middel meer en meer openbare!
Het bijblad geeft ieder halfjaar een bevallig kinderboekje, waarin Bijbelsche tafereelen, korte vertoogjes, onderhoudende geschiedenissen, versjes en raadsels elkander bevallig afwisselen. Het zaad van godsdienstig gevoel wordt aldus reeds in de harten der kleinen gestrooid. De inhoud is naar hunne bevatting; de plaatjes zijn vrij wel.
Wij merken nog op, dat de omslag van ieder Nommer van dit Tijdschrift eene korte beoordeeling bevat van boeken, die eene nuttige lektuur voor vrouwen en kinderen uitmaken. Zonder eene recensie van die korte recensiën te schrijven, mogen wij wel zeggen, ons over het geheel met het hier geuite oordeel zeer wel te kunnen vereenigen. Het is echter eenigzins jammer, dat dit op eenen gekleurden omslag, die bij het inbinden wegvalt, is medegedeeld, want ook later kunnen deze beoordeelende aankondigingen haar nut hebben. Het zou ons leed doen, indien dit bevallige, met veel smaak bijeengebragte Tijdschrift verdrongen werd door zoutelooze en onbeduidende zoogenoemde Damesmaandwerken, die wij als voorschriften van handwerken in hunne waarde laten, maar welker lektuur doorgaans magtig weinig