aan geene naauwe bepalingen bindt. Belangrijk is hetgeen de Hoogleeraar zegt tot verdediging van het laatste. Het is zoo helder en overtuigend geschreven, dat wij het niet alleen aanprijzen aan ieder, die iets regt gepast, Evangelisch, echt-Protestantsch over dit merkwaardige verschijnsel van onze dagen lezen wil, maar het ook in handen wenschen van ieder, die voor zichzelven wil komen tot gedurig helderder bewustheid van hetgeen eigenlijk de geest en strekking des Christendoms is ook onder den uitwendigen vorm eener Kerk, en wat het onder dezen zijn kan en moet. Meer kunnen wij nu niet zeggen van dit stukje, vooral omdat het een afdruk is uit het Groninger Tijdschrift: Waarheid in Liefde. Het belangrijke van onderwerp en ontwikkeling doet ons de afzonderlijke uitgave grootelijks toejuichen. De waardige Hoogleeraar ontvange onzen dank!