Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1846

Rose d'Albret. Een Verhaal uit de tijden der Ligue. Naar het Engelsch van G.P.R. James. II Deelen. Te Amsterdam, bij P.N. van Kampen. 1846. In gr. 8vo. 676 bl. f 6-90.

Bij het aankondigen van eenen nieuwen roman van james heeft men blootelijk den lezer bekend te maken met de soort, waartoe hij behoort, om hem genoegzaam in staat te stellen over de waarde van het boek te oordeelen. Dit verhaal behoort tot zijne geschiedkundige romans, ofschoon het geschiedkundige daarbij minder op den voorgrond staat, dan bij andere zijner romans. Trouwens, hij had het tijdvak der Ligue, althans een vroeger gedeelte daarvan, reeds eerder behandeld, en behoefde zich dus minder in de geschiedenis zelve te verdiepen. Daardoor heeft hij meer ruimte kunnen besteden aan de schildering der situaties der handelende personen, en is daarbij wel eens wat breed geworden; eene fout, waarin hij meer vervalt, en die men zich hier ligt zal verklaren, wanneer men bedenkt, dat deze beide boekdeelen slechts zeer korte dagen omvatten, waarïn de geheele roman uitspeelt. Met dat al hebben wij het verhaal met genoegen gelezen, en stellen het op den middelsten trap, zoo wij vergelijkenderwijze zullen spreken; het

[p. 581]

behoort, onzes inziens, niet tot de uitstekendste, maar ook geenszins tot de minste werken van james. Meer nog beviel ons de lezing van:

De valsche Richard. Naar het Engelsch van G.P.R. James, door Boudewijn. II Deelen. Te Amsterdam, bij P.N. van Kampen. 1845. In gr. 8vo. 610 bl. f 6-:

De toestand van Engeland bij den opstand der Baronnen in de dertiende eeuw onder simon van montfort, Graaf van Leicester, de slag bij Evesham, waar deze dappere aanvoerder sneuvelde, Prins eduard, robin hood, zietdaar eenige der gebeurtenissen en personen, die hier eene rol spelen. De Schrijver is hier nog meer op zijn eigen terrein; zijne teekening van karakters en zeden, zijne schildering van de gebeurtenissen, en het verband, waarin hij de geschiedenis met den roman heeft gebragt, toonen, dat het vaderlandsche onderwerp hem wel zoo veel aantrok, en ons komt het voor, dat deze roman, waarvan wij den titel, gelijk die in het Hollandsch is gekozen, minder gelukkig vinden, onder de geschiedkundige romans van james eene hooge plaats inneemt, en, ook wat onderhoudenden verhaaltrant betreft, niet behoeft achter te staan bij den voorgaanden. Beiden getuigen van het veelzijdige talent des Schrijvers, en zullen zeker ook bij ons een gunstig onthaal vinden.

De beide titelvignetten zijn middelmatig, dat van den laatsten roman zelfs minder dan dat.