Verzamelaar slechts zelden in zijne aanvragen wordt te leur gesteld. Wij teekenden aan, dat te Lollum niet gelijk elders overal de eerste Hervormde Predikant wordt opgegeven; te Markelo het wapen niet; te Leijerdorp, Lienden, Makkum en elders, de wijze der Predikantsberoeping niet; te Meerleveld en Mon-Plaisir de eigenaars dier buitenplaatsen niet; de grootte noch andere bijzonderheden, behalve de grenzen, van Meeuwenoord in het land van Strijen; Meerveldhoven wordt niet verwezen naar Mereveldhoven, en meer dergelijke kleinigheden. Meestal wordt medegedeeld, welke Predikanten van naam in de onderscheidene gemeenten gestaan hebben; ten aanzien van nog levenden dunkt ons zulks minder voegzaam, en daarom maakten wij bij de beoordeeling van het vierde Deel er geene aanmerking op, dat te Enkhuizen de Hoogl. clarisse niet genoemd was, maar even daarom hadden wij ook te Meerkerk de waardige nog levende Hoogleeraren roijaards en scholten liever niet genoemd, noch ook te Nederlangbroek de Heeren van oordt, pareau en janssen. Prof. roijaards, de vader, had nevens smijtegeld en vooral willem teellinck, te Middelburg, niet moeten zijn overgeslagen, gelijk ook bij de Walsche Predikanten aldaar de later Utrechtsche Hoogleeraren wolzogen en pareau moesten genoemd zijn; evenzeer a. de koning, te Meppel en w.a. ockerse, te Limmen.
Als kleine misstellingen merkten wij in dit Deel op: dat het orgel in de Hooglandsche kerk te Leyden, voor het oudste in Nederland gehouden, van 1637 is - als het eerste waar is, zal het laatste ongetwijfeld eene drukfout zijn; ‘in het jaar 1774 is in dit gebouw (de Doopsgezinde kerk te Leyden) een orgel geplaatst.... De twee gemeenten der Waterlandsche en Vlaamsche Doopsgezinden bleven nog eenige jaren gescheiden, maar zijn, 13 Febr. 1701 [1801?] vereenigd;’ dergelijke vergissingen in getallen komen voor ten aanzien der koorkerk te Middelburg, die niet in 1759, maar in 1597 tot eene kerk voor de Hervormde gemeente werd geopend; ten aanzien der geboorte- en sterfdagen van ij. van diemerbroek (Montfoort) en a.p. nahuys (Monnikendam); bladz. 882 staat ‘de trommel had vroeger eene scherpe spits,’ hetwelk kennelijk de toren moet zijn, en bladz. 883, reg. 3 v.o. eklipsen, lees Ecliptica. Dit laatste is in de beschrijving van het planetarium te Middelburg, dat ‘het fraaiste en kostbaarste in Europa’ wordt genoemd, ofschoon verre