keuze niet altijd even gelukkig uit. En men legt den ruiker, na dien vlugtig bezien te hebben, vaak weder weg, zonder eenige blijvende herinnering. Het is bovendien niet moeijelijk, bij eenige lectuur, eene menigte van losse gedachten en spreuken uit de schriften van anderen bijeen te zamelen en in orde te schikken. Eigenlijk gezegde lof is er niet mede in te oogsten. En eindelijk zou het nog de vraag kunnen zijn, of het oogmerk, waartoe zulke bloemlezingen worden uitgegeven, inderdaad wel bij velen bereikt wordt. Om deze en meer andere redenen hadden wij van den Heer voget liever iets oorspronkelijks ontvangen, waartoe wij hem boven anderen in staat achten. Wij willen daarom echter niet ondankbaar zijn voor de gave, die hij ons biedt, noch er laag op nederzien, omdat zij eene kleine, nederige gave is. Ook moeten wij erkennen, dat de bloemen, door hem op onderscheiden bodem geplukt, zich door kleur en geur en schoonheid aanbevelen. Zij zijn 327 in getal en aan de meest verschillende schrijvers ontleend, als augustinus en van der hoeven, da costa en van der palm, karel den grooten en lublink de jonge. Enkele namen waren ons zelfs vreemd. En voget heeft er meer dan dertig van zichzelven bijgevoegd. Hij heeft ze onder tweeëntwintig rubrieken gerangschikt. Ter proeve deelen wij mede, uit de laatste rubriek voor Evangeliedienaars, No. 312: Geef nimmer, in welk geval ook, meer dan gij hebt, noch op den kansel, noch met woord, noch met de daad, noch met uwen blik. No. 319: Wie christus in nederigheid en opgewektheid voor ledige banken predikt,
die staat op eenen veel hoogeren trap in het Godsrijk, dan hij, om wien duizende toehoorders zich scharen, terwijl er, gelijk dit wel eens gaat, iets menschelijks bij hem onderloopt. No. 323: Alles, wat een leeraar doet, is eene soort van preek.
Wij wenschen hartelijk, dat allen, die dit werkje koopen, het woord aan den Lezer, dat voorafgaat, zullen ter harte nemen en in beoefening brengen.