Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1846
(1846)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe beginselen der Materia medica en der Therapie, door Jonathan Pereira, M.D. Professor der Materia medica en Pharmacie aan de Universiteit te Londen, enz. enz. Naar de tweede Engelsche uitgave door L.C.E.E. Fock, M.D. 1ste-3de Aflevering. Te Amersfoort, bij W.J. van Bommel van Vloten. 1845. In gr. 8vo. 282 bl. f 3-60.Het is dikwijls niet onbelangrijk, op te merken, hoe bij het behandelen van wetenschappelijke onderwerpen menschen, die van gelijken wetenschappelijken zin zijn doordrongen, die genoegzaam op gelijke hoogte in het wetenschappelijke staan en die bij hunnen arbeid dezelfde bronnen hebben gebruikt, tot geheel ongelijksoortige resultaten | |
[pagina 468]
| |
geraken. Recensent maakte deze opmerking, toen hij het werk, waarvan de titel aan het hoofd dezer recensie staat, vergeleek met dat van Prof. oesterlen, Handbuch der Heilmittellehre, Tübingen 1845, pp. 1051. Beide, pereira en oesterlen, staan niet alleen in hun vaderland, maar ook buiten hetzelve, hoog aangeschreven, als mannen, die vertrouwd zijn met het standpunt der tegenwoordige geneeskunde en die ook het hunne hebben bijgebragt, om hare grondige bewerking te bevorderen; beide hebben, met name in hunne zoo even vermelde werken, hiervan de overtuigendste bewijzen geleverd; beide beschouwen schei- en natuurkunde, physiologie en physiologische pathologie als de eenige grondslagen, waarop eene rationele therapie en eene daaraan beantwoordende geneesmiddelleer kan gebouwd worden, en zij hebben dan ook, de een zoowel als de ander, getrouwelijk gebruik gemaakt van het licht, hetwelk de latere, meer exacte bewerking dezer wetenschappen over dezelve heeft verspreid, zoodanig zelfs, dat genoegzaam dezelfde proeven en dezelfde auctoriteiten, welke de een aanvoertGa naar voetnoot(*), ook bij den ander worden aangetroffen. En toch hoe zeer loopen beide bij het behandelen van hun onderwerp uiteen! Het spreekt van zelf, dat zij in vele onderdeelen van hun werk moeten overeenkomen, de bestaande feiten bragten natuurlijk zulk eene overeenstemming mede; maar de algemeene geest, welke in beide werken doorstraalt, het beginsel, waarvan zij zijn uitgegaan, is zeer verschillend bij beide. Pereira neemt bij de scheikundige en mechanische werking der geneesmiddelen nog eene dynamische aan, zelfs zijn volgens hem de chemische en mechanische werkingen zelve in de meeste gevallen mechanicoen chemico-vitaal (bl. 120 sqq.) Pereira waagt het nog in 1842 (het jaar, waarin de tweede editie van het oorspronkelijke werk is uitgekomen) de volgende woorden uit te spreken, waarom hem gewis menigeen als iemand, die | |
[pagina 469]
| |
niet regt op de hoogte van zijn vak staat, zoude willen verketteren: ‘Wij weten, dat, wanneer middelen in de bewerktuiging opgenomen zijn, zij aan den invloed eener hoogere kracht onderworpen worden, en niet meer aan alle wetten der verwantschap kunnen gehoorzamen. Eene hoogere kracht bijv. moet het zijn, dan die, welke bij scheikundige verbindingen en ontledingen werkzaam is, welke gedurende het leven de inwerking van het maagsap op de maag tegengaat (bl. 118);’ en: ‘Doch men moet altijd voorzigtig zijn in het verklaren der levensverschijnselen volgens physische wetten (bl. 227);’ en dergelijke meer. Oesterlen daarentegen zegt zonder omwegen: ‘Alle Agentien und Stoffe, welche zu therapeutischen Zweeken in Anwendung kommen, gehören dem Modus ihrer Einwirkung nach dem physikalischen oder chemischen Gebiete oder beiden zugleich an; sie können daher auch auf lebende Theile an sich nur nach überall gültigen physicalischen und chemischen Gesetzen einwirken. Wie ein spitzer Körper, welcher in lebendes Fleisch getrieben wird, an sich ganz auf dieselbe Weise einwirkt, wie wenn er in eine Thonmasse gesteekt worden wäre, so wirken Alkalien Säuren, Salze an und für sich auf die Stoffe organischer Theile nach denselben Gesetzen ein, nach denen sie auf nicht lebende Substanzen einwirken. - Tanninhaltige Stoffe verhalten sich lebenden Geweben nicht anders als todten Haüten gegenüber, und den chemischen Affinitäten folgend müssen sie dort wie hier Albumen, Gelatina fällen. Schwefelsaures Kupferoxyd geht mit Eiweisstoff, Käsestoff dieselben constanten Verbindungen ein, mag es im Mageninhalte eines Lebenden oder im Reagensgläschen auf jene Stoffe treffen (a.w. bl. 13);’ en verder (bl. 23): ‘Man hat zwar viel von einem vitalen Chemismus gesprochen, von einem Beherrscht- und Modificirtwerden chemischer Affinitäten durch die Lebenskraft und dergleichen Phrasen mchr. - Diese Ansicht datirt sich jedoch von Zeiten her, wo so gut wie keine Chemie organischer Körper existirte, und wird jetzt besonders noch von Solchen vertheidigt, an denen die Fortschritte dieser Chemie | |
[pagina 470]
| |
fruchtlos vorübergegangen.’ enz. Grooter verschil van gezigtspunt, waaruit de zaak wordt beschouwd, kan er wel niet bestaan, dan er in de aangehaalde woorden van beide mannen ligt opgesloten. Beiden nemen chemische en physische werkingen in het dierlijk ligchaam aan, maar bij den een' (pereira) zijn zij aan een hooger beginsel ondergeschikt, hetwelk wij - niet omdat wij gelooven, hiermede iets verklaard te hebben, maar om met één enkel woord de onbekende eindoorzaak van het leven uit te drukken - levenskracht noemen; terwijl bij den ander (oesterlen) chemismus en physische krachten op den voorgrond staan en het leven zelf niet veel meer is, dan het resultaat dier ook in de onbewerktuigde natuur heerschende krachten. Wat ons betreft, het denkbeeld wil er nog niet bij ons in, dat ons ligchaam niet veel meer dan een schei- en natuurkundig werktuig zoude zijn; wij waarderen de pogingen der nieuwere chemie en physiologie, om de verschijnselen van het gezonde en zieke leven zoo veel mogelijk tot natuurkundige wetten terug te brengen en ook dienovereenkomstig de geneeskrachten der artsenijmiddelen te beoordeelen; maar wij gelooven tevens, dat wij hiermede nimmer tot de eindoorzaak zelve van al die verschijnselen kunnen opklimmen, daar deze dieper en buiten ons bereik ligt. Het kan het doel van Rec. niet zijn, deze stelling hier nader te ontwikkelen, daar in een vroeger nommer van dit Tijdschrift dit thema door eenen meer bevoegden beoordeelaarGa naar voetnoot(*) reeds is behandeld. Alleenlijk zij het ons vergund, hier te doen opmerken, dat het aangekondigde werk van pereira het bewijs oplevert, dat althans ééne beschuldiging ongegrond is, welke van de zijde van hen, die eene zuiver natuurhistorische rigting volgen, wordt aangevoerd tegen hen, die in het organisme nog eene hoogere kracht aannemen, dan alleen die, welke ook in de onbewerktuigde natuur heerschen. Wij bedoelen de beschuldiging, van niet op de hoogte der tegenwoordige | |
[pagina 471]
| |
wetenschap te staan. Die beschuldiging ligt in de boven aangehaalde woorden van oesterlen, welke ook overeenkomen met die, welke hij elders (bl. 19, § 13 aan het einde) bezigt. Pereira toch toont in hetzelve, allezins vertrouwd te zijn met de eigenlijk gezegde natuurkunde, - (Men zie zijne behandeling der agentia physica, of der zoogenaamde imponderabilia, bl. 6-52) - met de scheikunde (hiervan draagt het geheele werk de blijken, en van hetgeen in onze taal is uitgekomen, meer in het bijzonder dat gedeelte, waar over de voedingsstoffen wordt gehandeld, bl. 53-92, en dat, wat wij van het bijzondere gedeelte (Pharmacologia specialis) ontvangen) - met botanie en mineralogie - (bewijs hiervoor levert vooral dat gedeelte, waar de Schrijver de verschillende wijzen van klassificering kritisch nagaat) - met de physiologie van den mensch (men zie het hoofdstuk over de opslorping der artsenijmiddelen, bl. 123-142), - kortom met al die wetenschappen, welke in hem worden vereischt, die het in den tegenwoordigen tijd onderneemt, een werk over de geneesmiddelleer te schrijven. Uit het bovenstaande blijkt genoegzaam, hoedanig over het algemeen ons oordeel over het werk van pereira is. Inderdaad er komt in hetzelve geen onderwerp voor, hetwelk niet grondig bewerkt is en niet als 't ware in zijne soort als volledig moet beschouwd worden. Zelfs daar, waar wij pereira van eene zekere omslagtigheid niet kunnen vrijpleiten, moeten wij de veelomvattendheid zijner studie bewonderen, waardoor het waarschijnlijk komt, dat hij er niet toe heeft kunnen besluiten, aan zijne lezers iets in het minst te onthouden van datgene, wat hij op het veld van zijn wijdloopig onderzoek zelf had opgespoord. Wij zijn het dan ook in ons oordeel ten volle eens met den Recensent in forbes British and foreign medical Review, October 1843, p. 363, waar deze van de tweede editie van pereira's materia medica zegt: ‘As a record of materia medica, it is unrivalled in the combined qualities of fulness and accuracy by any other work in our language; although perhaps for the student and junior prac- | |
[pagina 472]
| |
titioner, one more condensed would be found better adapted for ordinary use. No one is so well qualified to write such a manual as Dr. pereira.’ Het werk van pereira is op eene groote schaal aangelegd, het bevat alles, wat op het zieke ligchaam van invloed kan zijn, en in zoo verre zoude zelfs de naam van Beginselen (?) der therapie gepaster zijn, dan die van Beginselen der Materia medica; indien het niet ware, dat dit laatste gedeelte verre het grootste deel des werks uitmaakt. Hierdoor ontstaat zelfs eene zekere onevenredigheid in de wijze van behandeling, vooral in het plan des werks, hetwelk onze lezers in het oog zal vallen, wanneer wij hier een kort overzigt van den inhoud des werks laten volgen. Dr. pereira verdeelt de geneesmiddelen in twee groote afdeelingen: in psychische en somatische. De eerste worden kortelijk van bl. 2-5 behandeld; de andere maken het onderwerp van het overige gedeelte des werks uit. Evenwel worden onder de remedia somatica ook verscheidene zaken opgenomen, welke men als zoodanig in de meeste werken over materies medica niet zoo bepaald vindt vermeld. De remedia somatica zijn: 1o. physisch, tot de omweegbare stoffen behoorende; 2o. hygienisch, waartoe voedsel, ligchaamsoefening en de luchtstreek gebragt worden; 3o. werktuigelijke en heelkundige middelen; en 4o. pharmacologische middelen of geneesmiddelen. Onder de eerste afdeeling wordt licht, warmte, electriciteit en magnetismus behandeld; wij hebben in dit gedeelte veel belangrijks aangetroffen, hoezeer men zoude kunnen vragen, of de behandeling der dioptrische en chromatische werktuigen, en der verschillende soorten van baden, hoe veel voortreffelijks ieder dezer hoofdstukken, vooral dat over de baden, ook moge bevatten, hier wel op hare plaats is; terwijl wij omtrent deze geheele afdeeling, gelijk ook omtrent de volgende, zouden meenen, dat het verkieslijker ware geweest, indien de Schrijver dezelve niet in de verdeeling van zijn werk, als geheel, had opgenomen, maar als aanhangsel achter hetzelve had gevoegd, even als oesterlen zulks met de imponderabilia achter zijn werk | |
[pagina 473]
| |
heeft gedaan. Bij de lezing der eerste 100 bladzijden komt, zoo als de schikking thans is, gedurig bij den studerende de vraag op: Behoort dit alles tot materies medica? Overigens is ieder der verschillende onderwerpen op zich zelf volledig behandeld, vooral dat gedeelte, hetwelk loopt over de klimaten en over de voedingsmiddelen, iets, hetwelk zich wel niet anders verwachten liet van eenen Schrijver, die een uitvoerig werk over voedsel en diëet heeft geschrevenGa naar voetnoot(*). Na de agentia mechanica et chirurgica met een enkel woord uit zijne beschouwing buitengesloten te hebben, komt pereira op bl. 104 tot zijn eigenlijk onderwerp: de behandeling der agentia pharmacologica seu medicamenta. Het eerste Hoofdstuk handelt over de middelen, om de geneeskracht der artsenijmiddelen te bepalen. (Het zijn vooral de dynamische eigenschappen der geneesmiddelen, d.i. derzelver werking op het levend dierlijk ligchaam, waardoor wij derzelver krachten leeren kennen). Hoofdstuk II. Over de krachten der geneesmiddelen. (Deze krachten zijn meehanisch, chemisch en dynamisch.) (Het vervolg en slot hierna.) |
|