Luther's sterfdag, door eenen Hervormden Leeraar met zijne Gemeente godsdienstig herdacht. Te Amsterdam, bij J. van der Hey en Zoon. 1846. In gr. 8vo. 30 bl. f :-25.
De Hervormde Leeraar, op den titel genoemd, is de Heer j.a.m. mensinga, Predikant te Sijbecarspel. De leerrede, in deze bladen vervat, heeft tot tekst: Hebr. XIII:7. Luther's laatste levensdagen en zijn afsterven worden daarin eerst geschetst, en daarna kortelijk aangewezen, dat zijn zacht en zalig uiteinde was voorbereid geworden door een' reinen levenswandel, door onafgebrokene en getrouwe werkzaamheid, door de vervulling eener weldadige taak, die hij als afgedaan mogt beschouwen, en door een hartelijk geloof in jezus christus, in wien hij de rust zijner ziel gevonden had. De leerrede laat zich aangenaam lezen, ofschoon het plan, uit een homiletisch oogpunt beschouwd, niet boven alle berisping verheven schijnt. Ook is het practisch gedeelte, onzes inziens, wat schraal uitgevallen, en de tekst te veel als motto gebruikt. En wie zou volgens den titel niet verwachten, dat hier meer dan de enkele leerrede zou zijn medegedeeld? Desniettemin verblijden wij ons over de uitgave, met den welgemeenden wensch, dat de lezing voor velen in onze dagen ruimschoots gezegend moge zijn.