schoone Jodin is te avontuurlijk; de wijze, waarop hij over die betrekking tot zijne moeder spreekt, te nieuwerwetsch; zijn gedurig heen en weder vliegen van Frankrijk naar Engeland, om geheime rendez-vous te houden, te zeer uit den tijd van stoombooten en spoorwegen, om te kunnen worden aangenomen als waarschijnlijkheden. De tooneelen bij de Joden zelve en de schildering hunner vervolgingen zijn het best.
Vanwaar dit boek afkomstig is, wordt op den titel niet gemeld. Maar enkele staaltjes, uit het eerste Deel gekozen, zullen misschien den twijfel daaromtrent kunnen wegnemen: bl. 3, bemerking; bl. 104, ditmaal bezorgen wij niets; bl. 139, armzalige sluiters, die men ons aanlegt; de tucht (zedigheid); bl. 163, schimpende dieren (deerns); bl. 179, meer verrukt en geplukt; bl. 180, zat te grollen (mokken); bl. 209, een pius als rockeloos; bl. 213, o toch, toch! (ja, ja!); bl. 281, moedwillig verwaarloozen (vernielen) enz. enz. Behoeft het nog op den titel gezet te worden, welke de oorspronkelijke taal van dit boek is?