uren geleden in het vol genot eener bloeijende gezondheid verlaten had, deden mij zoo geweldig aan, dat ik ter naauwernood tegenwoordigheid van geest genoeg behield, om naar de oorzaak van dit vreeselijke tooneel te vernemen. Nadat men den beklagenswaardigen jongman had weggebragt, gelukte het mij evenwel de volgende omstandigheden te weten te krijgen.
Dschesserih - zoo heette de soldaat - was een uur vóór middernacht op den post gebragt, en wel, gelijk wij reeds gezegd hebben, met het striktste bevel, om op ieder, die, zonder parool te geven, hem zou willen naderen, te vuren. Nog waren ter naauwernood twee derde deelen van den tijd, dien hij op zijnen post moest doorbrengen, verloopen, toen hij voetstappen hoorde, die hem zachtelijk naderden. Overeenkomstig zijnen pligt riep hij den naderende aan; doch, in plaats van te antwoorden, scheen de indringer zich nog slechts sneller naar zijnen kant te begeven; aan een tweede aanroep stoort deze zich even min, en toen een derde even weinig beantwoordt wordt, legt dschesserih op den onbekende, dien hij in den meer dan gewoonlijk donkeren nacht, bij het flaauwe schemerlicht der sterren, geen twintig pas meer van hem afziet, zijn geweer aan en schiet. Zoo als het schot valt, hoort hij een' pijnlijken kreet, en eene welbekende stem roept zijnen naam; die stem was de stem van zijn' vader! Buiten zichzelven van angst, werpt hij zijn geweer verre van zich, en ijlt half bewusteloos naar zijn slagtoffer - doch het was te laat; maar al te wis had de onwillekeurige vadermoorder gemikt, en met den kreet, die zijnen zoon te hulp riep en waarin deze de stem zijns vaders herkend had, was het leven uit de borst van den ouden Hindou ontvloden. Te voet was hij, die ver van daar woonde, over berg en dal, door digte wouden en snelvlietende stroomen gedrongen; meer dan honderd mijlen had hij afgelegd, ontelbare hindernissen overkomen, om nog eenmaal zijn eenig kind, den troost van zijnen ouden dag, te omhelzen. Ook hij had de geliefde stem herkend, die hem (gelijk bij de Oostindische armee gebruikelijk is) in het Engelsch aanriep, en daar hij de vreemde taal niet verstond, was hij zijnen zoon te gemoet gesneld, om hem aan zijn hart te drukken, toen het door dezen geloste doodelijke schot hem nedervelde, en hij met den
naam van zijnen moorder op de lippen den geest gaf.