Loosheid der vossen.
In lateren tijd zijn menigmalen de hoedanigheden betwist geworden, welke de oudheid aan sommige diersoorten toeschreef; zoo ook de loosheid der vossen. Een Fransch blad heeft ondertusschen daarvan onlangs weder het volgende voorbeeld verhaald: Een door de jagers naauw op het lijf gezeten vos ziet eene talrijke kudde zwijnen naar eene boerenwoning drijven. Oogenblikkelijk sluipt hij onder den digtsten hoop, en gaat met denzelfden tragen tred als zijne logge reisgenooten voort. De jagers komen en kunnen langen tijd niet begrijpen, waar hun bijna afgejaagd wild zoo plotseling gebleven mag zijn, tot dat de zwijnenhoeder, zich ten behoeve van zulk eenen gast tot geene herbergzaamheid gehouden achtende, het wandelende Reintje aan deszelfs vervolgers verraadt. Wat nu volgde, begrijpt men.