Voorbeschikking.
Men neemt gewoonlijk als eene op ondervinding berustende waarheid aan, dat mannen, die uitverkoren zijn om eene uitstekende rol op het tooneel der wereldgeschiedenis te spelen, het bewustzijn hunner toekomstige grootheid in zich dragen, en derhalve, bij eenen ongunstigen stand der betrekkingen, hunnen tijd weten af te wachten. Doch te veel voorbeelden van het tegendeel zijn voorhanden, dan dat men deze meening als doorgaanden regel zou kunnen laten gelden. Cromwell was op het punt om naar de wildernissen van Amerika te verhuizen, toen het magtgebod van karel den I hem in Engeland terughield; napoleon was in het jaar 1796 voornemens in Turksche of Perzische krijgsdienst te treden, omdat hij bij de toenmalige omstandigheden geene kans zag, in Frankrijk zijn fortuin te maken; de Hertog van wellington had, tijdens hij nog eene ondergeschikte officiersplaats bekleedde, besloten zijn afscheid te nemen, en wendde zich werkelijk, tot dat oogmerk, aan den toenmaligen Lord-luitenant van Ierland, Lord camden, met het verzoek, hem eenen post bij het tolwezen te willen verleenen. In al deze gevallen, gelijk bij de meeste groote mannen, is de heldenloopbaan, welke zij naderhand betreden hebben, voornamelijk door omstandigheden buiten hen bepaald geworden, bij welker meer gunstigen ommekeer hunne hoop, tevens met het gedurig helderder wordend bewustzijn der in hen liggende kracht om deze omstandigheden te beheerschen, zich bij hen verhief, tot dat zij eindelijk, door het slagen hunner eerste pogingen bemoedigd, zich een doel kozen, waaraan zij vroeger nimmer gedacht hadden, noch hadden kunnen denken.