Nog iets over Maria Theresia.
In het Mengelwerk van dit Tijdschrift voor April 1845, No. V, in het artikel: Het Toilet van maria theresia, met welverdienden lof gewag gemaakt vindende van de zucht der gemelde Vorstin, om haren dikwijls ongetrouwen echtgenoot, en hem alleen, te behagen, herinnerde ik mij eene andere anecdote, die de edelaardige grootmoedigheid der Keizerin, almede in betrekking tot haren gemaal, mijns bedunkens, in een schoon daglicht stellende, ook verdient gekend te worden. Zij is deze:
Op den dag vóór zijnen dood stelde de Keizer (frans) aan zijne maitres, de Prinses van aversberg, ter hand eene ordonnantie, ter somma van niet minder dan 200,000 gulden. De plotselinge dood van den Vorst geen' tijd tot het uitbetalen gelaten hebbende, aarzelde men in den Raad, of men al dan niet zulk een aanzienlijk geschenk alsnu nog geldend aanmerken zou. Verscheidene leden van den Raad stemden neen; maria theresia, alleen te rade gaande met