Duitsche illustreer-zucht; een wenk voor Nederland.
Het blad der Telegraph für Deutschland zegt: Het is een treurig teeken voor de Duitsche drukpers, dat zij zich hoe langer zoo meer de Illustrerings-manie in de armen werpt, en zich daarbij met vreemde vederen tooit, als waren het hare eigene. Op deze wijs leidt zij de aandacht van het publiek op dingen, waarin wij als Duitschers minder belang behoorden te stellen, en verdooft de deelneming in alles, wat ons een heilig eigendom moest blijven. De boekenmarkt wordt met vertalingen overstroomd, het tooneel met overzettingen, de plaatdrukpers met slechte afdrukken van hetgeen buitenslands verschijnt. Waarlijk, Franschen en Engelschen behoorden zich te schamen, op zulk eene wijs het publiek aan te lokken. Wij maken ons in de oogen der vreemden met regt belagchelijk, daar wij alles gretig opnemen, waaraan men zich elders reeds lang zat gekeken heeft. Doch gaat uwen gang! stopt uwe bladen slechts vol met vreemd hout, in plaats van met vreemd vernuft; de treurige gevolgen zullen niet achterblijven; men ondervindt ze reeds.