Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845

Grappig misverstand.

Het volgende voorval, werkelijk juist zoo gebeurd, kan alleen in een land plaats grijpen, waar persoonlijke veiligheid nog niet op prijs wordt gesteld. De Hofbankier sauderland, te Petersburg, had de eer gehad, der Keizerinne, catharina II, eenen hond van een zeldzaam ras ten geschenke te geven, die haar lieveling was geworden. Dit beest, hetwelk zij, naar zijnen voormaligen meester, sauderland, den naam van Sauderland had gegeven, stierf, en, om den getrouwen hond steeds voor oogen te hebben, liet zij den Directeur der Policie tot zich komen, en beval hem, sauderland onverwijld te doen opzetten. Deze, verbaasd over een bevel, waarvan hij geene nadere verklaring durfde vragen, vervoegde zich onmiddellijk tot den Bankier, en deelde hem het Keizerlijk bevel mede. Deze hield zulks voor scherts; maar welhaast werd het hem klaar, dat hier

[p. 115]

geen gekscheren te pas kwam, en niet dan met de uiterste moeite, gepaard met een aanzienlijk geschenk, verwierf hij verlof, om zich naar het paleis der Keizerin te laten overbrengen. In hare tegenwoordigheid toegelaten, viel hij zijner Gebiedster te voet, smeekende te mogen weten, waardoor hij hare ongenade zoo zeer had op zich geladen, dat een zoo verschrikkelijk vonnis aan hem moest volvoerd worden. Het misverstand opgeklaard zijnde, lachte de Keizerin hartelijk over eene vergissing, welke den sidderenden Bankier, ware hij een gemeene Rus geweest, ligt duur konde zijn te staan gekomen.