is, kan al weder ten bewijze der vaak weêrsprokene, maar nooit wederlegde opmerking verstrekken, dat er ook in ons vaderland nog een' ander Catholicisme is, dan dat der Stemmen en van den Noordbrabander.
No. 3 teregt een gesprek genoemd, dat alle Protestanten wel lezen mogen, is zeer geschikt voor onkundigen, die niet bestand zijn tegen de listige pogingen der priesterpartij, om hen tot het Roomsche geloof over te halen. Op eene overtuigende wijze doet het hen zien, wat schromelijke dwalingen dat kerkgenootschap bevlekken, hoe weinig gegrond de bedenkingen zijn, die het tegen het Protestantisme inbrengt, en wat lage middelen er meermalen aangewend worden, om zielen voor Rome te winnen. Er is een populaire en practische toon aangeslagen, die de bedoelde uitwerking voorzeker niet zal missen. Ten einde de verspreiding onder de mindere volksklasse gemakkelijker te maken, is het twaalftal exemplaren op den geringen prijs van f 3 bepaald.
No. 4 geeft een' nieuw bewijs van de eigendommelijke kracht der waarheid, die, zoodra haar licht slechts doordringt, de dwalingen der Roomsche kerk in al hare schandelijkheid openbaar doet worden. Hier spreekt geen Protestantsch leeraar, maar een voormalig Roomsch geestelijke, die het bederf zijner kerk van nabij heeft gadegeslagen, en die zoowel op Bijbelsche als geschiedkundige gronden zijn besluit regtvaardigt, om zich af te scheiden van den Paus, en zich alleen aan J.C. te verbinden. Treurig is het beeld van de zedelijke en godsdienstige gesteldheid des Franschen priesterdoms, dat in deze bladen wordt opgehangen, en men moet den moed des mans bewonderen, die te midden van zoo veel tegenstand en miskenning voor zijne overtuiging heeft pal gestaan en gestreden. De geheele toon van dit geschrift getuigt van groote gemoedelijkheid en waarheidsliefde. Dat de Roomsche geestelijkheid dit geschrift niet wederlegd, maar den Schrijver vervolgd heeft, is een ondubbelzinnig bewijs harer materiëele sterkte en moreele zwakheid. Immers, maurette is wegens dit geschrift tot eene boete van zeshonderd francs en een jaar