jonkvrouwe, die met verveling dit boekje ter zijde legt; wèl haar, die het met open gemoed leest en bepeinst! En dit laatste worde vooral niet verzuimd. De hier gegevene lessen en besturingen zijn te gewigtig, te wijs, te bruikbaar in verschillende levensomstandigheden, dan dat de lieve lezeressen zich zouden mogen vergenoegen met het werkje, hoe oplettend dan ook, enkel door te lezen; zij mogen het wel eene plaats aanwijzen, waar het dikwijls in de hand valt, slaan het vaak op, en geene bladzijde zullen zij er in aantreffen, waardoor zij niet, bij ernstig nadenken en zelfonderzoek, wijzer en beter kunnen worden. Een echt godsdienstige zin, zachte, vrouwelijke deugd, vrij van overdrevenheid, die zich openbaart ook in het gezellige en huiselijke leven, kan er door worden bevorderd. Zij kunnen er door versterkt worden in Christelijk gevoel, in geloof, hoop en liefde; bestuurd bij het gebed; aangemoedigd tot bijbellezen; doordrongen van het gewigt harer opneming in de Christelijke gemeente; waar nut trekken van het Avondmaal; den Christelijken rustdag Christelijk leeren doorbrengen; tot nadenken en zelfbeproeving en tot wijs gebruik van eenzame oogenblikken opgeleid worden. Het doet haar de waarde kennen van reinheid van hart en wandel, prijs stellen op de waarde van den tijd, op huiselijkheid, orde en spaarzaamheid, op verstandsbeschaving, op het regelen van uitspanningen en vermaken. Het leert haar wijze behoedzaamheid ten aanzien van neigingen en hartstogten, zelfverloochening, geduld en zachtmoedigheid, en roept haar in ieder woord met zachte, moederlijke teederheid, die in het hart dringt, toe: behoed uw hart boven alles, wat te bewaren is!
De achteraan geplaatste aanwijzing van eenige aanbevelenswaardige werken voor jonge meisjes tot opbouwing, studie en uitspanning kon, gelijk dat gaat, vermeerderd en verminderd worden. Wij zouden er voor den tegenwoordigen tijd thomas à kempis' Navolging van J.C. juist niet op geplaatst hebben; evenmin stuart's Rom. Gesch., sommers' Tafereel van het Heelal, bode's Anleitung zur Kentniss des gestirnten Himmels, en wanneer men den Maurits Lijnslager noemt, Hillegonde Buisman nog eerder hebben aangeprezen. Ook hadden wij gaarne genoemd gezien: jacob cats aan Neêrlands Jufferschap door scheltema; de schriften van catherine sinclair; de Orphea; het Zedekundig Leesboek voor Vrouwen; de Lectuur voor Vrouwen, en vooral de Vruchten en Resultaten van ockerse, de Carolina van Eldenberg van p. moens, enz. enz. Maar, wanneer men eenmaal tot eenige uitbreiding dezer bibliotheek komt, kan er ook wel veel, zeer veel worden genoemd.
Wij prijzen dit werkje met volle ruimte aan.