Olindo en Sofronia, Episode uit het Bevrijd Jeruzalem van Torquato Tasso, door Mr. A. Oudemans. Te Groningen, bij J.B. Wolters. 1845. In gr. 8vo. 23 bl. f :-35.
Bij het vertalen van een algemeen bekend, klassiek geworden dichtstuk mag men zijne eischen hooger stellen, dan bij het overbrengen van het een of ander stukje van den dag. De episode van olindo en sofronia is te beroemd, en ook reeds te dikwijls in onderscheidene talen, ook in de onze, overgebragt, dan dat eene gebrekkige overzetting zou mogen volstaan. Wie met eene vertaling daarvan voor den dag komt, moet daarvan een werk van studie hebben gemaakt, dat met het oorspronkelijke mag worden vergeleken, en dat, zoo het daarbij van wege het verschil van taal achterstaat, toch bewijst, dat de dichter genoegzame heerschappij bezit over zijne eigene taal, en het werktuigelijke der kunst genoeg meester is, om daarin geene bezwaren te vinden. Anders moge men tot eigene oefening eene proeve wagen, maar tot de uitgave zal men zich ook niet door de uitnoodiging van anderen laten bewegen.
Het komt Rec. voor, dat de Heer oudemans dit alles niet genoeg heeft bedacht, toen hij dit stukje in het licht zond. Het is, wat uitdrukking en versbouw betreft, te middelmatig, de bezwaren van rijm en maat zijn te weinig overwonnen, dan dat wij deze overzetting lof zouden kunnen toezwaaijen. Wij zullen dit door eenige voorbeelden staven. Reeds de eerste regel: