De Geschiedenis van Nelly Vanner, overleden den 26 April 1839, in den jeugdigen leeftijd van tien jaren. Het Engelsch van J. Curwen gevolgd in Brieven aan Marie, door haren Oom Benjamin. Te Amsterdam, bij C.J. Borleffs. 1843. In 12mo. 61 bl. f :-40.
Wij gelooven aan vroegtijdige godsdienstige indrukken, maar wenschten wel, dat men ons van zulke, vooral in Engeland gezochte, boekjes met kinderbekeeringen verschoonde. Althans, ons is de verzoeking sterk, om of niet te gelooven, of het er voor te houden, dat de hooggeroemde godvruchtige kinderen zich zelve niet hebben begrepen, wanneer men leest: ‘Op zekeren dag (zij was toen nog geene drie jaren) werd haar een godsdienstige kinderzang geleerd. Hare moeder hield zich daarmede onledig. Doch toen deze daarmede bezig was, werd zij op eens zeer bedroefd, omdat zij vreesde, niet in den hemel te zullen komen.’ (Bladz. 10). ‘Toen zij nog geen drie jaren oud was, nam men haar al mede naar het Dorkas gezelschap, en hielp zij daar reeds, op haar kinderstoeltje gezeten, zooveel zij althans kon, aan de edelmoedige werkzaamheden der bijeengekomenen.’ (Bladz. 32). ‘Nelly zeide: lieve moeder! ik heb geene hoop, dan die gegrond is op de verdiensten van onzen Heer jezus christus!’ (Bladz. 50). Het kind was toen even tien jaren oud. - Het is mogelijk. - Maar dat zulke boekjes kwaad doen, is ook mogelijk. Wij houden er niet van.