laars. Aangenaam zal het hem dus zijn, wanneer ook deze aankondiging medewerkt om het debiet te vermeerderen; opdat daardoor en Schrijver en Uitgever belooning vinden voor hunne moeite.
In de eerste plaats treffen wij hier het vervolg aan van de beredeneerde naamlijst der gedenk- en legpenningen, munten enz., welke gevonden worden in van loon's werk, en wel het tweede gedeelte des IIden D. Vooraf echter gaat eene opgave der prijzen, waarvoor de penningen uit het eerste gedeelte van het IIde D. op de verkooping der Heeren j. kleynenberg en geelhard verkocht zijn. In onze aankondigingen van de vorige stukken hebben wij het nut van dezen arbeid aangetoond en den Heer van orden onzen opregten dank gebragt: wij doen dit dan ook voor dit gedeelte zijner taak, met den wensch, dat hij, bij het klimmen zijner jaren en andere gewigtige bezigheden, gezondheid en tijd moge blijven behouden, om zijnen, voor elken penningliefhebber, zoo belangrijken arbeid voort te zetten.
Vele wetenswaardige mededeelingen, de vaderlandsche penningen betreffende, komen hier voor. Op grove feilen hebben wij niet gestooten: Van loon, II D., bl. 362, No. 2 is, dunkt ons, een legpenning. Bl. 695 wordt aangehaald de Konst- en Letterbode van 1837, moet zijn 1836. Bl. 696, sprekende van de gedenkpenningen en graftombe van johan maurits van Nassau, had de Schrijver kunnen opgeven, dat van genoemde tombe, te Berg en Daal bij Kleef opgerigt, eene fraaije afbeelding wordt gevonden in de Kleefsche en Zuidhollandsche Arcadia van claas bruin, tegenover bl. 34. Bl. 750, reg. 4, staat plus ultra, moet zijn: plus oultre. Met verlangen zien wij ook de beloofde biographische berigten omtrent eenige medailleurs te gemoet. Wij maken den Heer van orden opmerkzaam op het werk van den Heer immerzeel, de Levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche Kunstschilders, Beeldhouwers, Graveurs en Bouwmeesters, waarin uitmuntende artikels, zoowel over vroegere als latere stempelsnijders, te vinden zijn.
De beschrijving en afbeelding van den gedenkpenning op het overlijden van den kunstschilder govert flink, benevens het naauwkeurige levensberigt van hem door den Heer j.h. van der noordaa, te Dordrecht, zal voorzeker iederen lezer welkom zijn.