integendeel door een heer van dagblad- en pamfletschrijvers werd aangeblazen en opgerakeld.
Eindelijk wordt in het 22ste of laatste Hoofdstuk al dit hoogernstige en soms treurige weder aangenaam afgewisseld door eenige levensschetsen, onder anderen van de dichters daniel willink, sijbrand feitama, jan de marre, bernardus de bosch en lucas pater, den taal- en oudheidkenner balthazar huidekoper, den beroemden regtsgeleerde hermanus noordkerk, den bekenden historieschrijver jan wagenaar, die ook reeds in de Vaderlandsche Letteroefeningen, welke van 1761 dagteekenen, belangrijke bijdragen leverde, den verdienstelijken tooneelspeler en plaatsnijder jan punt, en eindelijk den bekenden teekenaar en graveur simon fokke, den vader van de beide verdienstelijke letterkundigen arend en jan fokke, met wie de Schrijver ons ongetwijfeld later zal in kennis brengen.
Dit Deel is ook weder, even als het eerste, versierd met een aantal gesteendrukte platen, waaronder er zijn, die het werk wezentlijk illustreren. Wij vinden hier, behalve een vignet, voorstellende: Amsterdam in 1844, eene afbeelding van het Burgerweeshuis, het gedenkteeken aan j.c.j. van speyk, het Diakonie-Weeshuis van den Amstel te zien, eenige Gedenkpenningen der stichting van het Luthersche Diakoniehuis, van Brantsen Rus-Hofje sedert de stichting in 1733, de Kerk in het Nederl. Israël. Oude-Mannen- en Vrouwenhuis, het Nederl. Israël. Ziekenhuis uit den tuin, het Stadhuis, thans het Koninklijk Paleis en de Nieuwe Kerk, het Paleis en de Nieuwe Kerk van achteren, de marmeren Burgerzaal, het Admiraliteits- of Prinsenhof in 1661, het Lands-Zeemagazijn, het Oostindisch Zeemagazijn, de Werf van het Oostindisch Zeemagazijn, de Buiten-Amstel, plegtige Begrafenis van den Luit. Admiraal m.a. de ruyter, oproerige bewegingen in 1696, plundering in 1748, de plunderaars verdreven, begrafenis van daniel raap 1754, ingang van den Schouwburg, op de Keizersgracht 1772, voorportaal van den Schouwburg op de Keizersgracht 1772, de Stads-