Deze wijze van aaneenschakeling, schoon zeker in de zaak zelve geene nieuwe vinding, mist toch geenszins eene eigenaardige aanlokkelijkheid. De losse verhalen zelve, aan onderscheidene personen in den mond gelegd, verkrijgen daardoor dikwijls iets bijzonders, dat zij zonder dit hulpmiddel niet zouden bezitten, in toon en uitdrukking, welke gewijzigd worden naar het karakter en de omstandigheden van den verhaler. Intusschen komt het Rec. voor, dat het, ook bij de groote bekwaamheid des Schrijvers, hem toch niet gelukt is, om overal dat individuele aan ieder verhaal te geven, waardoor het juist in den mond van den spreker en niet in dien van een ander der reisgenooten zoude voegen. Gaarne erkennen wij, dat dit ook bij het groot aantal der sprekers moeijelijk ware geworden; maar de uitkomst zou de moeite hebben beloond, gelijk bij die stukken blijkt, waar dat meer bijzonder is in het oog gehouden.
Van zeer ongelijke waarde en belangrijkheid komen deze verhalen aan Rec. voor. Bij den aanvang der lezing, ja bij het geheele eerste vierde gedeelte van dit boek kon Rec. zich de minder gunstige beoordeeling wel begrijpen, die hij reeds door dezen en genen over dit Deel der Voorouders had hooren uitspreken. De Schrijver heeft het beste brood niet voor het venster gelegd, en de eerste verhalen, gedeeltelijk uit oude kronijken getrokken, hebben door derzelver inhoud weinig, wat de belangstelling opwekt en gaande houdt. Maar, naar mate men verder komt, wordt de zaak beter; te beginnen b.v. met het verhaal van kees dirksz, is het alsof de Schrijver regt op gang komt, en zijn er verscheidenen onder, die Rec. met levendige belangstelling heeft gelezen, en die hij niet aarzelt uitstekend gelukt te noemen. Het tooneel uit de vlugt van Graaf willem, door kees dirksz, de Flielandsche geschiedenis door agge jelles verhaald, de verrassing van Nijmegen, die koen van Emmerik mededeelt, Koning willem te Haarlem, van wien roelof meeuwesz verhaalt, Goor tot eene vrije stad geworden, gelijk machiel van Goor doet hooren, het verhaal eindelijk van geraert de Roode behaagden Rec. bij uitstek; terwijl de verhalen van Jonker jan van arkel en van duco hermana met den geheelen afloop der reize in een behagelijk verband zijn gebragt. Minder behaagde Rec. het avontuurlijke verhaal van de ontmoetingen van pier eenoog, waarbij wat al te veel van de geloovigheid der lezers wordt gevorderd.