Humoristische Schetsen over den Neus. Te Deventer, bij J. de Lange. 1844. In 8vo. 150 bl. f 1-20.
Waar het aardige van dit neusboekje moet zitten, vatten wij niet; waar het humoristïsche, nog minder. Daar wij ongaarne als wijsneuzen onzen neus steken in dingen, die wij niet verstaan, uit vrees van, als wij overal met den neus bij zijn, met een' langen neus te worden weggezonden, zeggen wij er eenvoudig van, dat het geen snuif voor onzen neus is, zonder dat wij daarom van het boeksken den neus optrekken, of beweren, dat het geen knip voor den neus waardig is. De door sterne beroemde neus van Slawkenbergius prijkt op den titel; velerlei leelijke neuzen zijn op den omslag te zien. De laatste bladzijde zegt, dat het woord neus 1111 maal in het boekje te lezen is; welnu, dat is 1101 maal zoo veel, als in onze aankondiging. - De recensie is uit.