Tafereelen uit het Familieleven, in drie Verhalen. Naar het Hoogduitsch van Amalia Schoppe, geb. Weise. Te Deventer, bij M. Ballot. 1844. In gr. 8vo. 384 bl. f 3-60.
Het talent der bekwame Schrijfster verloochent zich in deze verhalen niet. Wij zouden ze echter met meer genoegen hebben gelezen, indien niet eene zekere overdrevenheid van gevoelens ons gedurig hadde herinnerd, dat het verdichting is, zoo als zij in het werkelijke leven niet gebeurt. Dat is jammer, omdat het de illusie eenigzins benadeelt, en daardoor ook de anders uitnemende zedelijke strekking in den weg staat. Het tweede verhaal is het minst natuurlijke. Een vader, die van eene dochter afkeerig is, omdat hare geboorte aan eene teedergeliefde vrouw het leven gekost heeft, is een schepsel der verbeelding; gevoelige vaders zullen zulk eene dochter te meer beminnen. Het derde is, eenige overdrevenheden (b.v. de opvoeding van Veronica) uitgezonderd, het beste en leerzaamste. Het is ook met eene beschaafde, hier vooral noodige kieschheid geschreven. De vertaling en uitvoering hebben aanspraak op loffelijke vermelding. De beroemde naam der Verhaalster zal aan het boek ongetwijfeld aftrek bezorgen.