Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845

De Liereman. Luimige en ernstige Muze. Door L. Schipper. Te Amsterdam, bij J.M.E. Meijer. 1844. In kl. 8vo. 173 bl. f 1-50.

Recensent heet dezen Liereman welkom! De compositie der stukjes is vrolijk, luimig en opwekkend. De componist, de Heer schipper, bekend door de toonen, die hij meermalen, ook voor de jeugd, en over het algemeen niet onbevallig, aansloeg, heeft ook hier iets aangenaams geleverd. Het eene stukje zal natuurlijk meer dan het andere behagen; maar de voordragt van het geheel zal den hoorder eene genoegelijke verpoozing kunnen opleveren. De Heer schipper is zoo wel geslaagd om nu en dan een' glimlach af te persen, als om door enkele passages het gemoed tot ernst te stemmen; en, waar al eene aanmerking op de zuiverheid of edelheid van toon van sommige stukjes zoude kunnen gemaakt worden, Rec. twijfelt niet, of men zal den Liereman gaarne hooren. Op den titel zal men ontwaren, dat hij er allerliefst uitziet, en men zal het zich niet beklagen van naar hem te luisteren.

Wie hem, met het Nieuwjaar, eens tot zich wil noodi-

[p. 40]

gen, of naar deze of gene zijner betrekkingen heenzenden, zal eenen aangenamen avond met hem slijten. Plaatsgebrek verbiedt ons een of ander stukje over te nemen; onder die, welke bijzonder zullen bevallen, tellen wij: het Kaartspel, het Medaillon-portret, 't uur is daar, de ooijevaars enz.; terwijl de variatiën op het thema van vele zinspreuken onzer vaderen met belangstelling zullen worden gehoord. En hiermede wenschen wij den Liereman veel toegenegene ooren en nog lang die stemming des gemoeds, waarin hij deze stukjes schijnt vervaardigd te hebben.

‘Koopt dan, koopt! wie koopen kan,

Koopt wat van den Liereman;

'k Heb weêr liedjes van elks gading,
'k Breng een schip met rijke lading,

Zoekt maar uit den vollen hoop,

'k Heb er nog genoeg te koop.’