Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845

Scipio Cicala, eene Italiaansche Geschiedenis uit de XVIde Eeuw. Naar den tweeden druk uit het Hoogduitsch van Philip Jozef Rehfues, Koninklijk Pruissisch Hofraad en Curator der Universiteit van Bonn, door J.W.J. Steenbergen van Goor. III Deelen. Te

[p. 30]

Doesborgh, bij Kets en Lambrechts. 1844. In gr. 8vo. 1340 bl. f 10-80.

Het tijdvak, in hetwelk dit verhaal geplaatst is, is dat der Spaansche heerschappij over het Koningrijk Napels onder den gehaten Onderkoning toledo, het tijdvak, waarin dit land ten doel stond aan de roofzuchtige invallen der Turken, en zoo veel mogelijk verdedigd werd door de dappere Ridders der Orde van Malta. Het tooneel, waarop de hier verhaalde gebeurtenissen voorgesteld worden, is de stad Napels, de kusten en de zee, door welke Italie en Sicilië omringd worden. Scipio, den held des verhaals, zien wij nu eens als eenen jongman van edele geboorte in zijnen huiselijken kring te Sorrento, dan eens als banneling en staatsgevangene der achterdochtige Spanjaarden, elders wederom, onder den naam van sinan-Pacha, het bevel voerende over tienduizend Turken en vijftig galeijen. Zulke plaatsen en toestanden, geschilderd door eene bekwame hand, moeten uit derzelver aard stof tot aangenaam onderhoud, opwekking der nieuwsgierigheid en eenen rijken voorraad van belangwekkende avonturen opleveren. Wij zijn het wel niet eens met den Schrijver, die de aanneming van het Islamismus door scipio, den held des verhaals, en den overgang van den Vorst van Salerno tot de protestantsche geloofsbelijdenis op ééne lijn plaatst, en beiden veroordeelt, omdat zij het geloof, het volk en de maatschappelijke orde, waaronder zij geboren en opgevoed waren, verlaten hadden; wij willen niet oordeelen over de beweegredenen tot de handelwijze van beiden, maar zouden, door zulk eene onbepaalde uitspraak goed te keuren, niet gaarne zoo vele groote mannen veroordeelen, die of uit zucht voor de waarheid voor hunne veranderde inzigten in de waarheden van de Godsdienst uitkwamen, of, door de omstandigheden gedrongen, in eenen anderen levensstand en vaderland, dan waarin zij geboren waren, weldoeners der menschen werden. Niettegenstaande deze aanmerking twijfelen wij er niet aan, of deze Roman zal, tot aan deszelfs einde toe, met steeds onderhoudene belangstelling en genoegen gelezen worden.