wordt hare oudheid in het tweede gedeelte des 3den stuks behandeld. Dit hoofdstuk is niet uitgebreid, maar niet te min volledig; en de uitkomst van de onderzoekingen en opsporingen der Schrijvers is de volgende; dat:
1.) Eene buurt van visschers, jagers en veehoeders, hetzij Thoringers of Thuringers in de VIde, hetzij Nedersassen of Vriezen in de VIIde of VIIIste eeuw, het begin van Dordrecht was.
2.) Die buurt breidde zich, onder bescherming van het slot de Merwede, van jaar tot jaar uit, kreeg de grootte van een marktvlek, dat, door de Noormannen verwoest, later wederom hersteld werd.
3.) Dit marktvlek werd, in het begin der XIde eeuw, onder het grafelijk bewind van dirk III, tot eene poort of sterkte bevestigd, en verkreeg weldra den eersten rang onder de steden van het Graafschap.
Een facsimile uit de chronica castri et coenobii Bavonis Gandensis is bij de bijlagen geplaatst. Verder bevat het 3de stuk een hoofdstuk over den aanleg der stad en over derzelver naam. Bij het eerste is gevoegd een kaartje van Dordrecht omtrent het jaar 1160; bij het tweede, onder bijlage A., een uittreksel uit het uitmuntend stuk van den Heer p.c. molhuysen, getiteld: de Anglen in Nederland enz. (overgenomen uit de Bijdragen voor de vaderl. geschiedenis en oudheidkunde van is. an. nijhoff, te Arnhem, D. III. 1ste Stuk.)
Het vierde stukje vangt aan met een onderzoek over de eerste bewoners der stad, hetwelk natuurlijk met dat over de oudheid der stad in een naauw verband staat, en waarin de betrekking, die er tusschen de vijf standen, welke vroeger in ons vaderland waren, en wel de vorstelijke, adellijke, geestelijke, vrije- en slavenstand, bestond, naauwkeurig uiteen wordt gezet. Van het zoo wèl geschreven stukje: over de staatkundige verlichting der Nederlanden, Mnemosyne (N. verz.) D. IV, bl. 144, hebben de Schrijvers meermalen gebruik gemaakt.
In eene volgende afdeeling wordt de oorsprong van den handel en de nijverheid onderzocht. Dit onderzoek beslaat een aantal bladzijden, getuigenis gevende van de uitgebreide kennis der Schrijvers; het is zeer gepast, hierover in het breede uit te weiden: het onderwerp is zoo wel voor Dordrecht als voor Nederland in het algemeen belangrijk.