| |
Het kabinet van Dr. Gall.
Achter de groote kantanjeboomen van den Jardin des Plantes te Parijs verheft zich het anatomische Museum. Wanneer men de kille en zwijgende galerijen van hetzelve binnentreedt, ontmoet ons oog het eerst de onbehouwene geraamten der groote waterdieren. Deze gewezen bewoners der zee, die tot eene wereld behooren, welke den mensch nog niet kende, gelijken door hunne grootte en gedaanteloosheid naar de bouwvallen eener vernielde schepping. Treedt men verder, dan komt men aan den zondvloed: de eerste zoogdieren breiden voor den beschouwer hunne overblijfselen, de reusachtige kakebeenen, de geweldige wervelzuilen, de ontzaggelijke tanden uit. Eindelijk vordert men tot waar de mensch verschijnt. Lange graauw-grijze kasten, die met traliewerk van koperdraad gesloten zijn, bevatten de skeletten. Zij zijn deels de overblijfsels van arme zieken, die in de gasthuizen gestorven zijn, deels ook door reizigers uit afgelegene gewesten medegebragt. Aan sommige is ook eene bloedige herinnering verbonden; zoo leest men op een der aangehechte briefjes: ‘Soliman-el-ha- | |
| |
leby, een jonge, beschaafde, maar dweepende Syriër, die Generaal kleber in Egypte vermoord heeft; een geschenk van larrey.’ Aan het eind dezer lange en donkere galerijen ligt de zaal, waar de cranologische verzameling van Dr. gall geplaatst is.
Deze verzameling, die een groot aantal van pleisterbusten, afdrukken in pleister en merkwaardige schedels bevat, is van Dr. gall's weduwe, tegen een zeer matig, aan haar voor haar leven verzekerd jaargeld, gekocht geworden. Men heeft hier de vrucht der studiën, reizen en betrekkingen van den grondlegger der schedelleer. In het eerst poogde hij zijne leer op historische portretten toe te passen; doch weldra ondervond en erkende hij het onvoldoende dezer methode. Ontmoeten schilders aan het hoofd van eenig uitstekend man ongewone vormen, zoo zijn zij gewoon dezelve te verzachten en te vergoelijken. Om derhalve een getrouw beeld der omtrekken te erlangen, nam gall zijne toevlugt tot afdrukken; maar ook deze wijs van handelen, ofschoon nog steeds het beste wat men doen kan, is niet geheel voldoende. Terwijl het pleister de uitpuilingen van den schedel opneemt, misvormt het die eenigzins. Derhalve nam gall het liefst de schedels zelve.
Wanneer men het kabinet van Dr. gall in oogenschouw neemt, overziet men gelijktijdig een deel van de geschiedenis der laatste jaren, die met onvergankelijke trekken in der menschen bekkeneelen geëtst is. Gall heeft ten aanzien van diegenen zijner tijdgenooten, welker schedels hij in gips heeft afgedrukt, dezelfde taak volvoerd, welke de natuur omtrent de antidiluviaansche dieren op zich nam, toen zij derzelver in de weeke, sedert hard geworden klei gedrukte afbeeldsels voor ons onderzoek bewaarde. Een toekomstige cuvier zou, met hulp dezer historische fossiliën, eenmaal onzen gezelschappelijken toestand weder kunnen zamenstellen.
De schedel was, naar gall's overtuiging, eene schrijftafel, waarop de natuur het karakter en den geest van ieder mensch met leesbare trekken gegrift had. Derhalve was hij van gevoelen, dat men de geschiedenis van een iegelijk uit hetgeen de uiterlijke vorm van zijn hoofd deed opmerken kon kennen. En inderdaad heeft hij te dezen opzigte ongemeene proeven van scherpzinnigheid gegeven. Toen hij op zekeren dag den geneesheer caille bezocht, die een
| |
| |
zeer merkwaardig osteologisch kabinet bezat, en hij de in deszelfs kasten geplaatste schedels betastte en onderzocht, brak hij op eenmaal in een luid vreugdegejuich uit, en riep: ‘Ik heb een' vadermoorder gevonden!’ Bij deze woorden wees hij op eenen naamloozen schedel der verzameling en voegde er bij: ‘Dien moet ge mij verkoopen; ik wil hem u met goud bedekken, zoo als voormaals het schilderij van raphaël!’ Caille, die gall's geestdrift voor de phrenologische wetenschap niet deelde, hernam zeer koel, dat hij hem dien schedel gaarne wilde schenken, maar dat hij geloofde, dat hij zich vergiste. De schedel was die geweest van eenen emigrant; dit was alles, wat caille wist. Men won nu berigten in en vernam, dat de eigenaar van dezen schedel een emigrant geweest was, die gedurende de omwenteling ter dood was gebragt en op het schavot bekend had, zijnen vader vermoord te hebben. Men kan denken, hoe gall zegevierde.
De verzameling is in den toestand bewaard gebleven, waarin gall dezelve bij zijnen dood heeft achtergelaten. De nommers en de aanmerkingen, die bij sommige stukken gevoegd zijn, heeft hij eigenhandig geschreven. Wanneer hij van de planken zijner kast naar beneden kwam, zou hij zijne voorlezingen terstond weder kunnen opvatten. Wij willen beproeven, of wij hem eenigzins vervangen kunnen. Een begin maakte hij steeds daarmede, dat hij de aandacht zijner hoorders op de gezamentlijke inrigting der hoofden van uitstekende mannen vestigde. Met name deed hij aan het borstbeeld van voltaire opmerken, hoe de grootte der hersens, met de kleinte van het aangezigt vergeleken, zeer aanzienlijk was. Ondertusschen zou men zich toch omtrent het gevoelen van gall vergissen, wanneer men de mate van het verstand alleen naar de dikte van het hoofd bepalen wilde. Zijne meening was, dat zich 's menschen aanleg niet uit den blooten vorm van den schedel in het algemeen, maar uit deszelfs afdeelingen liet beoordeelen. Het hoofd van den mensch was in zijne oogen een klavier met 27 touches. Naarmate deze touches sterker of zwakker aangeslagen of op onderscheiden wijze met elkander in verband gebragt werden, ontstond de zoo groote verscheidenheid van begaafdheden en karakters. Ofschoon nu de gedaantevorming der hersenen even verscheiden is als er verschillende personen bestaan, bragt hij dezelve toch op twee voorname toestanden terug.
| |
| |
In het eene geval toont het hoofd in middelmatigen graad verscheidenerlei vatbaarheden, van welke zich geene ten koste der overige doet gelden; in het andere geval ontbreken verscheidene nuttige vatbaarheden of aanlegsbeginselen bijna geheel, terwijl andere, niet minder wezentlijke, een overwigt hebben. Deze laatste organisatiën, ofschoon zij inderdaad onvolkomen zijn, brengen het niettemin menigmaal verder dan de andere. Het ideaal van eenen goed ingerigten kop zou dat zijn, hetwelk aan eene gepaste ontwikkeling van alle deelen der hersenen eene of twee heerschende vatbaarheden paarde. Een schoon voorbeeld van zulk eene inrigting toont de buste van göthe.
Wij leggen ons karakter aan den dag in al wat wij doen; maar de ideale afdruk van den mensch is zijn stijl. In de letterkunde werkt een schrijver met de massa zijner eigenschappen en gebreken op de taal. De vatbaarheden, die voornamelijk den stijl te weeg brengen, zijn, volgens gall, de individualiteit, welke de voorwerpen schift en bepaalt, de configuratie, welke daaraan de gedaante geeft, het coloriet, dat ze kleurt, en de zin der woorden, dien zij in eene gebruikelijke taal uitdrukt. Buffon's buste vertoont deze combinatie in den hoogsten graad. Wanneer nu bij deze organen, die met de buitenwereld in verband staan, nog vatbaarheden van eenen verhevener aard komen, zoo als b.v. de zin voor het schoone en het vorschen naar de oorzaken, zoo rijst de stijl tot volkomenheid; en wanneer daarenboven bij iemand het galachtig en toornig instinkt zich met voortreffelijken verstandelijken aanleg en zin voor regtvaardigheid verbindt, zoo ontstaat die edele verontwaardiging, welke den hekelschrijver vormt. Als bewijs hiervoor was gall gewoon den schedel van jean jacques rousseau aan te voeren.
Aan de benedenzijde van het voorhoofd, rondom de bogen der wenkbraauwen, wees gall de plaats aan dier organen, welke de geschiktheid voor de kunsten geven en aanduiden. Hij toonde aan de pleisterhoofden van schilders, beeldhouwers, toonkunstenaars, dat elk dier organen in regtstreeksche verhouding tot hunne ontwikkeling gestaan had. Aan de busten van horace vernet, lemot en foyatier deed hij de plaats van den zin der nabootsing en der geschiktheid tot het teekenen opmerken. De muzijk wordt vertegenwoordigd door Madame barilli, zangeres bij de Italiaansche
| |
| |
opera, lafond, gretry, gluck. Het orgaan der dichtkunst wees hij aan de hoofden van delille, legouvé, dupaty. Men heeft aan gall's wetenschap verweten, dat zij de menschen naar hun reeds van elders bekend karakter verklaarde. Om deze tegenwerping krachteloos te maken, nam hij afdrukken van onbekende kinderhoofden, welker ontwikkeling hij alsdan daaruit voorspelde. Onder deze vindt men het hoofd van den jongen flandrin, aan hetwelk hij de uitpuiling van den teekengeest gevonden had; ook het hoofd van liszt had hij in pleister gebragt en met het volgende bijschrift voorzien: ‘Een meer dan gewoon orgaan der muzijk; zeer sterk uitkomende organen der nabootsing, der poëzij en der ontvangvatbaarheid.’
De natuur, aan de herhaalde oefening van ieder orgaan eenen eigenaardigen bekoorlijkheidsprikkel verbindende, schijnt gewild te hebben, dat de mensch in de spheer zijner vatbaarheden werkzaam zou zijn. Hieruit laat zich verklaren, waarom vele personen, ondanks alle hinderpalen, in hunne neiging voor deze of gene kunst volhard hebben. Gall verzekerde, dat hem gevallen voorgekomen waren, in welke werkingskrachten, die met geweld of door sterkte van eigen wil bedwongen waren geworden, zich gewroken hadden door ook de andere te vernielen. De melancholie is het gevolg van eenen lijdenden natuurlijken aanleg. Gall schreef aan belemmerde vrije beweging van eene heerschende neiging de meeste zelfmoorden toe. Hij had eenen vriend gehad, die tot dichter geboren was, en die door het weêrstaan van dezen natuurlijken aanleg tot krankzinnigheid gebragt werd.
De geest der wijsbegeerte ontstaat uit den zin voor de verschijnselen, welke het stoffelijke oplevert, uit dien der vergelijking, welke ze in onderling verband brengt, en uit de vatbaarheid om de oorzaken na te sporen. Gall koesterde eene groote vereering voor het hoofd van socrates. Dat van newton vereenigt met groote vatbaarheid voor overpeinzing den zin der betrekkingen, dien der ruimte en der getallen.
Eenige voortreffelijke mechanici hebben wegens hun talent van constructie eene plaats in de kasten van Dr. gall gevonden. Men lachte, dat hij dit orgaan aan den schedel van eene Weener modemaakster toonde; maar gall, die terstond ernstig werd, zoodra zijne wetenschap in het spel
| |
| |
kwam, hernam: ‘Wanneer aan eens menschen hoofd de hoogere organen ontbreken, en hetzelve zich tot het orgaan der mechanica beperkt, alsdan zal diezelfde vatbaarheid, die, gepaard aan overpeinzing en den zin van het ideale, de kerkgebouwen van eenen michel angelo te voorschijn gebragt zou hebben, nog slechts, gelijk bij de dieren, nesten bouwen. Men denke zich nu dit orgaan aan het hoofd eener vrouw, en voege, in plaats van de hoogere vatbaarheden, eigenliefde en wufte ijdelheid daarbij, zoo zal men een talent verkrijgen, hetwelk tot de zamenstelling van kleine dingen geschikt is, tot het maken van speeltuig, hoeden, bloemen.’
Een naamloos masker eindigt de reeks der menschen met bijzondere bestemmingen. Onder hetzelve leest men deze woorden van gall's hand: ‘Natuuronderzoekende arts, die eene reis rondom de wereld gedaan heeft.’ Deze arts is de beroemde gaymard. Gall had dit reisinstinkt bij zekere vogels aangetroffen. Een koekoek draagt zijnen staat van gevangenisschap drie maanden lang tamelijk onverschillig. Thans echter, nu de trektijd daar is, beweegt hij zich angstig in zijne kooi en weigert zijn voedsel. Gall beweerde, dat deze aandrift ook bij sommige menschen gevonden wordt. Dr. broussais opperde de stelling, dat bij alle landloopers de plaatszin zeer sterk, maar het instinkt der vestiging zeer zwak uitgedrukt is. Vele provinciën van Frankrijk deelen aan hare kinderen juist dit karakter mede, b.v. Auvergne; terwijl in Bretagne de tegenovergestelde aanleg gevonden wordt.
Nevens de mannen van talent zijn, in andere kasten, de mannen van karakter geplaatst. Hier ziet men constantijn faucher, die in 1815 wegens staatkundige misdaden ter dood gebragt werd. Gall kocht zijn hoofd van den scherpregter. Voorts het hoofd van den beeldhouwer cerachi, die ter dood gebragt werd wegens eenen moordaanslag op den eersten Consul. Gall had twee geheel van elkander verschillende vormingen opgemerkt, die de revolutionaire geesten voortbrengen. De eenen worden door het gevoel van regtvaardigheid, de anderen door de drijfveer der trotschheid tot opstand gedreven. Bijna al de mannen van 1789 behooren tot de vaste en regtlievende karakters, die de regten van anderen niet geschonden kunnen zien, zonder zich persoonlijk beleedigd te gevoelen.
| |
| |
Somwijlen voegt zich het gevoel der trotschheid bij het orgaan der vernielzucht. Alsdan ontstaat, wat men eenen man van doen en handelen noemt. Het masker van cadoudal vertoont zulk eene combinatie. Onder hetzelve leest men: ‘De organen van het instinkt der vernieling, der strijdzucht, der list, der physische liefde en der betrekkingen van ruimte zijn hier zeer ontwikkeld.’
Trotschheid wordt door de phrenologie niet onder de doodzonden geteld. Houdt zij zich binnen hare grenzen, zoo wordt zij het roersel tot groote daden. Gall verbond met dit orgaan den wedijver, het streven naar gezag en commando, de achting voor zichzelven en het gevoel zijner waarde. Alle staatslieden, die zich als geboren gevoelen om over anderen te heerschen, hebben een ver uitstekend achterhoofd. De Heer thiers vertoont deze eigenheid in eenen opmerkelijken graad. Aan de hoofden der veroveraars is zij nog sterker uitgedrukt. Aan den prikkel van dit orgaan schreef gall de onverzadelijke eerzucht van vele groote mannen toe en de persoonlijke rigting, welke zij aan de gebeurtenissen poogden te geven.
Treft trotschheid met groote geestvermogens te zaam, zoo ontstaat bij zekere uitstekende menschen het gevoel der concentratie en terugkeering op henzelven, hetwelk men de zelfzucht van het genie zou kunnen noemen. Zoodanige wezens vullen de wereld met hunne individualiteit en hunne eenzaamheid. Zij zijn meestal ernstig, achtbaar, koel. Deze aanleg is aan de buste van george cuvier te bemerken. Gaat trotschheid daarentegen met middelmatigen aanleg en met armoede gepaard, zoo verwekt hij den zoogenaamden bedelaarstrots. Broussais heeft bevonden, dat er eene aanmerkelijke uitpuiling van dit orgaan op het hoofd van chodruc duclos bestond. Gall had almede waarnemingen over de vorming van het brein bij verschillende volken gedaan; hij had gevonden, dat het orgaan der trotschheid bij de Spanjaarden meer uitpuilt dan bij de Engelschen, en bij de Engelschen meer dan bij de Franschen. Ook vond hij dit orgaan zeer sterk ontwikkeld bij die krankzinnigen, welke zich verbeelden koningen te zijn.
De buste van casimir perier leverde aan gall een voorbeeld van vastheid. Deze aanleg geeft den mensch eene individuële uitdrukking, welke karakter heet. Vatbaarheid hiervoor toont zich mede aan de hoofden der stichters van
| |
| |
stelsels, zoo als bij gall, fourier, saint-simon. Ook dat van den schilder ingres heeft dit orgaan zeer duidelijk ontwikkeld.
Aan de sterk besliste geaardheden stelde gall voorbeelden van welwillendheid tegenover. Joseph II, dien gall als een toonbeeld van zorg en deelneming voor de lagere volksklassen prees, vereenigde met dezen aanleg het orgaan der toonkunst.
Terwijl gall met hulp van deze organen de hoofdtrekken van ieders karakter ontwierp, was hij gewoon er tevens bij te voegen, dat deze heerschende organen het laatst in de individus verdwijnen. Zij overleefden, om zoo te zeggen, nog eenige oogenblikken de algemeene ontbinding. Gall voerde verscheidene voorbeelden tot bewijs aan. Hij was eens bij het sterven eener vrouw tegenwoordig, bij welke de zin van orde zeer magtig was. De zieke was reeds, zoo het scheen, allen aandoeningen afgestorven, toen zij plotseling onder haar doodsgerogchel op de lade eener commode wees, welke men had laten openstaan. De meetkundige lagny herkende reeds niemand meer, toen maupertius hem vroeg: ‘Wat is het quadraat van twaalf?’ - ‘Honderd vier en veertig,’ antwoordde de stervende.
(Het vervolg en slot hierna.)
|
|