Om de weldaden der wetten deelachtig te worden, moet men de wetten overtreden.
Deze stelling zou elders voor klinkklaren onzin kunnen gelden; maar in Frankrijk is zij, voor zeker bepaald geval, volkomen geldig in regten. In het Fransche wetboek toch staat: ‘Bedelen is strafbaar op die plaatsen, waar armhuizen bestaan.’ In aanmerking dezer wetsbepaling wendde zich vrouw rebard, die meer dan eene halve eeuw lang, op eene eerlijke wijs, met wasschen den kost verdiend had, in haar eenenzeventigste jaar, toen zij niet meer werken kon, tot bestuurderen van het armhuis, met verzoek om er in opgenomen te worden. ‘Wij mogen u niet anders opnemen, dan krachtens een regterlijk vonnis, dat u wegens bedelarij veroordeelt,’ gaven bestuurderen ten antwoord. ‘Maar bedelen is een misdrijf,’ hernam de arme vrouw, ‘en ik wil mij aan geen misdrijf schuldig maken. Ik ben 71 jaren oud geworden, zonder ooit voor het geregt verschenen te zijn; ik wil mij in mijne laatste levensdagen door geen vonnis laten brandmerken. Weest zoo genadig en neemt mij op!’ - ‘Het is onmogelijk,’ antwoordden de bestuurders: ‘doe u gevangennemen.’ En hiermede sloegen zij der arme vrouw de deur voor den neus toe. De oude ging heen en zag eenen policiedienaar. ‘Lieve man,’ zeide zij, ‘ik ben arm en hulpeloos; neem mij gevangen.’ - ‘Wegens armoede mag ik niemand gevangen nemen,’ gaf de policiebeambte ten antwoord. ‘Bedel, dan kan ik u arresteren.’ - ‘Welnu, ik heb gebedeld.’ - ‘Dat is mogelijk, maar ik heb het u niet zien doen. Ik mag eenen bedelaar slechts dàn in hechtenis nemen, wanneer ik hem op heeter daad betrap.’ De ongelukkige raapte nu al ha-